B1a - Nederlands - week 5 - herhaling Spelling

welkom
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 20 slides, with text slides and 1 video.

Items in this lesson

welkom

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Vrijdag 5 februari 
B1a - periode 3 - week 5

Wat gaan we doen:

  • Herhaling 1.5 en 2.5 - Spelling 
  • Thuis: oefenen uit het boek Hoofdstuk 5.5 of digitaal
      

Slide 2 - Slide

This item has no instructions



1. Ga naar Lessonup.com
2. Registreer met je schoolmailadres 
    (....@stanislascollege.net)
3. Klascode B1a:  irjcz


Volg de les mee op LessonUp!

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Toetsstof staat in de classroom, zie planner periode 2 

De toets kan je op de toetsdag vinden in de Classroom!
-vrijdag 12 februari ~ 9:00-10:00 uur

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Blz. 30 - H. 1.5 
Blz. 73 - H. 2.5 


Herhaling
pv-tt, leestekens, pv-vt

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

0

Slide 6 - Video

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

De persoonsvorm spellen in de

tegenwoordige tijd


Als de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd staat,

zijn er maar drie mogelijkheden

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

1. STAM

Enkelvoud ik-vorm of jij erachter:

schrijf alleen de stam


ik loop

ik fiets

ik praat

ik vind

loop jij

fiets jij

praat jij

vind jij

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

2. STAM + T

Enkelvoud andere vormen:

schrijf de stam + t


jij loopt

hij fietst

zij praat

Fred vindt

Nikola beantwoor... de vraag

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

3. HELE WERKWOORD

Meervoud:

schrijf het hele werkwoord


wij lopen

zij fietsen

jullie praten

Fred en Laurien vinden

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Leestekens

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Zoek de fout...

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Zoek de fout

Waar ontbreekt de komma?
 

Wat doet dit met de betekenis van de zin? 

Slide 14 - Slide

De komma ontbreekt in de titel. Het zou moeten zijn: 'Schiet op, Griekenland!'

 In de huidige vorm (zonder komma) betekent de zin eigenlijk dat je 15 jaar lang beschikbaar zou moeten zijn.

Bron: http://www.upcoming.nl/rick/657/16-hilarische-zinnen-met-vergeten-leestekens

Zoek de fout 

Waar ontbreekt de komma?

Wat doet dit met de betekenis van de zin?

Slide 15 - Slide

De komma ontbreekt in de volgende zin:
'Ben je minimaal 15 jaar beschikbaar op twee avonden en op zaterdag.'
 
De komma moet achter '15 jaar'. Zo dus: Ben je minimaal 15 jaar, beschikbaar op twee avonden en op zaterdag?

 In de huidige vorm (zonder komma) betekent de zin eigenlijk dat je 15 jaar lang beschikbaar zou moeten zijn.


De komma

Slide 16 - Slide

This item has no instructions


1) tussen twee persoonsvormen,

2) tussen delen van een opsomming,

3) tussen bijvoeglijke naamwoorden:
     Een leuke, eenvoudige, snelle opdracht.




Een komma hoort:


Slide 17 - Slide

This item has no instructions

STERKE

werkwoorden


hebben de KRACHT om in de verleden tijd van klank te veranderen

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

VOORBEELD

STERKE WERKWOORDEN


kopen : ik koop - ik kocht

lopen : ik loop - ik liep

geven : wij geven - wij gaven

kruipen : zij kruipen - zij kropen

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Leren voor de toets! Oefenen:
-uit het boek: Hoofdstuk 5.5, of
-online: cambiumned.nl, jufmelis.nl, wikiwijs

Slide 20 - Slide

This item has no instructions