What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
3.1 Atoommodel
Atomen en moleculen
26 januari 2021
Scheikunde VWO 3
1 / 32
next
Slide 1:
Slide
Scheikunde
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
This lesson contains
32 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
1 video
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Atomen en moleculen
26 januari 2021
Scheikunde VWO 3
Slide 1 - Slide
Ik ben terug!
Vragen aan mij?
Slide 2 - Slide
Vragen aan jullie
Hoe gaat het?
Voorkeur voor lessen?
Slide 3 - Slide
Geschiedenis van atoommodel
'Hoe zit het atoommodel in elkaar?'
Deze vraag stelden de eerste filosofen al rond 460 voor Christus.
Slide 4 - Slide
Wat weten we?
Stoffen zijn opgebouwd uit moleculen
Moleculen zijn opgebouwd uit atomen
Atomen bestaan uit nog kleinere deeltjes en dit geven we weer met het atoommodel
Slide 5 - Slide
0
Slide 6 - Video
Atoommodel
Slide 7 - Slide
Rutherford
Dalton
Bohr
Negatief geladen elektronenwolk
Elektronen in schillen
Atoom is één massief deeltje
Slide 8 - Drag question
Atoommodel van Bohr
Positief
geladen atoomkern waar
negatief
geladen elektronen in elektronenschillen omheen bewegen.
Deze schillen duiden we aan met
K, L en M
(zie tabel 3)
Slide 9 - Slide
Atoommodel van Bohr
De positieve atoomkern bestaat uit
positief geladen protonen
met daartussen
ongeladen neutronen
Atomen zijn ongeladen --> evenveel protonen als elektronen
Slide 10 - Slide
Massa
De massa van een proton, neutron en elektron wordt uitgedrukt in
u, atomaire massa-eenheid.
1,0 u = 1,66 x 10^-27 kg
Massa proton en neutron is ongeveer gelijk
Massa elektron is verwaarloosbaar
Slide 11 - Slide
Dus een atoom bestaat uit protonen, elektronen en neutronen, maar hoeveel?
Atoomnummer
= aantal protonen in een atoomkern = aantal elektronen
Massagetal
= aantal protonen + aantal neutronen (massa elektronen verwaarloosbaar)
Slide 12 - Slide
Wat is een isotoop?
Een
isotoop
: meerdere atomen met verschillende massagetallen
Isotopen hebben een
gelijk
aantal elektronen en protonen, maar een verschillend aantal neutronen.
Atoomnummer = aantal protonen = aantal elektronen
Massagetal = aantal protonen + aantal neutronen
Slide 13 - Slide
Notatie
Om een isotoop aan te geven, noteren we ook het massagetal achter het elementsymbool
C-12 (koolstof-twaalf) en C-14 (koolstof-veertien)
Wetenschappelijke notatie: massagetal linksboven, atoomnummer linksonder
Slide 14 - Slide
Voorbeeld: chloor
Twee isotopen van chloor in de natuur: Cl-35 en Cl-37
Verdeling van elektronen (elektronenconfiguratie) in
Binas tabel 99
.
Slide 15 - Slide
Atoommodel van Bohr
Slide 16 - Slide
Symbool
atoommassa
atoomnummer
Slide 17 - Drag question
Even oefenen
Maak de komende 5 minuten een tekening van de isotoop koolstof-13 volgens het atoommodel van Bohr.
Slide 18 - Slide
Nu zelf aan de slag
- Lees paragraaf 1 (blz 92-96)
'
Hoe klein is klein
' zelf doornemen
- Maak opdrachten 1-8
- Om
11.05
terug in de Meet voor gezamenlijke afsluiting
Slide 19 - Slide
atoomnummer = aantal protonen (= aantal elektronen)
massagetal = aantal protonen + aantal neutronen
aantal neutronen = massagetal - atoomnummer
Slide 20 - Slide
atoomnummer en massagetal
een atoom heeft evenveel protonen (+) als elektronen (-) als neutronen (0)
atoomnummer
= aantal protonen
massagetal
= protonen + neutronen
elektronen
= atoomnummer + aantal elektronen van de lading
let op: min (-) lading = extra elektronen! bijv: O2-: 8 + 2 = 10
Slide 21 - Slide
Isotopen
Slide 22 - Slide
Wat is het verschil tussen het atoommodel volgens Rutherford en het atoommodel volgens Bohr?
A
Volgens Rutherford zitten protonen in een wolk om de kern heen. Bohr zegt dat ze georganiseerd zijn in schillen.
B
Volgens Rutherford zitten neutronen in een wolk om de kern heen. Bohr zegt dat ze georganiseerd zijn in schillen.
C
Volgens Rutherford zijn elektronen georganiseerd in schillen om de kern. Bohr zegt dat ze georganiseerd zijn in een wolk.
D
Volgens Rutherford zijn elektronen georganiseerd in een wolk om de kern. Bohr zegt dat ze georganiseerd zijn in schillen.
Slide 23 - Quiz
Wat is een isotoop?
A
zelfde atoom, andere massa
B
ander atoom, zelfde massa
C
zelfde atoom, ander atoomnummer
D
ander atoom, zelfde atoomnummer
Slide 24 - Quiz
Het atoomnummer is het zelfde als...
A
Aantal elektronen
B
Aantal neutronen
C
Aantal protonen
D
Aantal neutronen + protronen
Slide 25 - Quiz
Zoek op in Binas (33/ 34),
Het atoomnummer van koolstof
A
6
B
8
C
12
D
16
Slide 26 - Quiz
Natrium heeft atoomnummer 11 en massagetal 23. Hoeveel neutronen heeft natrium?
timer
0:25
A
11
B
12
C
23
D
34
Slide 27 - Quiz
Zoek op in Binas (33/ 34),
Het atoomnummer van zuurstof
A
6
B
8
C
12
D
16
Slide 28 - Quiz
Geef het atoomnummer en het massagetal van dit atoom.
Slide 29 - Open question
Wat zijn de verschillen tussen Pb met massagetal 206 en Pb met massagetal 208?
A
Verschillend aantal protenen
B
verschillend aantal neutronen
C
verschillend aantal elektronen
D
Er zijn geen verschillen
Slide 30 - Quiz
Wat zijn de overeenkomsten tussen Pb met massagetal 206 en Pb met massagetal 208?
A
Hetzelfde aantal protonen
B
Hetzelfde aantal neutronen
C
Hetzelfde aantal elektronen
D
Er zijn geen overeenkomsten
Slide 31 - Quiz
Lees 3.1 en maak de opdrachten
Huiswerk voor de volgende les
Tot volgende week!
Slide 32 - Slide
More lessons like this
3.1 Atoommodel
October 2023
- Lesson with
27 slides
Scheikunde
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
3.1 Atoommodel
January 2021
- Lesson with
28 slides
Scheikunde
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
§3.1 - Atoommodel
January 2021
- Lesson with
38 slides
Scheikunde
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Bouwstenen van stoffen H3 - les 8
October 2020
- Lesson with
32 slides
Scheikunde
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
1920 3.1 Atoommodel
March 2020
- Lesson with
26 slides
Scheikunde
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
3.1 Atoommodel 3V
January 2023
- Lesson with
28 slides
Scheikunde
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Het periodiek systeem
December 2020
- Lesson with
13 slides
Scheikunde
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
2.1 Periodiek Systeem (2)
October 2023
- Lesson with
30 slides
Scheikunde
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3