Het periodiek systeem

1 / 13
next
Slide 1: Video
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Video

Het periodiek systeem

Slide 2 - Slide

atoomnummer en massagetal
  • de meeste atomen hebben evenveel protonen (+) als elektronen (-) als neutronen (0)
  • atoomnummer = aantal protonen
  • massagetal = protonen + neutronen
  • elektronen = atoomnummer + aantal elektronen van de lading 
  • let op: min (-) lading = extra elektronen! bijv: O2-: 8 + 2 = 10

Slide 3 - Slide

Dus een atoom bestaat uit protonen, elektronen en neutronen, maar hoeveel?
Atoomnummer = aantal protonen = aantal elektronen
Massagetal = aantal protonen + aantal neutronen

Isotopen hebben een gelijk aantal elektronen en protonen, maar een verschillend aantal neutronen.

Slide 4 - Slide

Aantal kerndeeltjes = massagetal
Protonen + neutronen

Slide 5 - Slide

Atoommodel van Bohr

Slide 6 - Slide

Voorbeeld: chloor
Twee isotopen van chloor in de natuur: Cl-35 en Cl-37








Slide 7 - Slide

Maak een tekening van de isotoop koolstof-13 volgens het
atoommodel van Bohr.
timer
3:00

Slide 8 - Open question

Wat is een isotoop?
timer
0:20
A
zelfde atoom, andere massa
B
ander atoom, zelfde massa
C
zelfde atoom, ander atoomnummer
D
ander atoom, zelfde atoomnummer

Slide 9 - Quiz

Natrium heeft atoomnummer 11 en massagetal 23. Hoeveel neutronen heeft natrium?
timer
0:25
A
11
B
12
C
23
D
34

Slide 10 - Quiz

Het atoomnummer is het zelfde als...
timer
0:20
A
Aantal elektronen
B
Aantal neutronen
C
Aantal protonen
D
Aantal neutronen + protronen

Slide 11 - Quiz

Wat zijn de verschillen tussen Pb met massagetal 206 en Pb met massagetal 208?
timer
0:30
A
Verschillend aantal protonen
B
verschillend aantal neutronen
C
verschillend aantal elektronen
D
Er zijn geen verschillen

Slide 12 - Quiz

Volgende les

Slide 13 - Slide