This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
wetenschapsoriëntatie
Slide 1 - Slide
Waar wordt wetenschappelijk onderzoek naar gedaan?
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Waar zou volgens jou wetenschappelijk onderzoek naar moeten worden gedaan?
Slide 5 - Mind map
Wat maakt een onderzoek wetenschappelijk?
Slide 6 - Open question
Slide 7 - Video
Bewijzen
Al eeuwenlang probeert de wetenschap bewijzen te vinden. Maar hoe kun je iets bewijzen? En hoe zeker is dat bewijs?
Lees de volgende tekst.
Slide 8 - Slide
De eerste empirist: Aristoteles
Empirisme stelt dat kennis uit de ervaring voortkomt. Volgens Aristoteles berust alles wat we weten op waarneming. Hij onderzocht als eerste de natuur op wetenschappelijke wijze door planten en dieren te bestuderen. Karakteriserend waren zijn gebruik van inductie en deductie. Enerzijds werden op basis van individuele waarnemingen algemeen geldende conclusies getrokken (inductie). Anderzijds moesten volgens Aristoteles kloppende universele uitspraken altijd gelden voor individuele gevallen (deductie).
Slide 9 - Slide
Deductieve redenering
Premisse 1: Alle roofdieren hebben scherpe snijtanden.
Premisse 2: Leeuwen zijn roofdieren.
Conclusie: leeuwen hebben scherpe snijtanden.
(Premisse = beweerzin)
Slide 10 - Slide
Inductieve redenering
Beweerzin 1: De eerste kraai in het park is zwart.
Beweerzin 2: De tweede kraai in het park is zwart.
Beweerzin 3: De derde kraai in het park is zwart.
Beweerzin 4: De laatste kraai in het park is zwart.
Conclusie: alle kraaien in het park zijn zwart.
Slide 11 - Slide
Welk probleem kun je voorzien met het voorbeeld van de kraaien in het park?
Slide 12 - Open question
Inductieprobleem
Heb je echt alles overal onderzocht?
Dus hoe betrouwbaar is de algemene regel die je hebt afgeleid?
En bij het verifiëren van de afgeleide algemene regel loop je vervolgens tegen een vergelijkbaar probleem aan.
Slide 13 - Slide
Oplossing
Karl Popper
Falsificatieprincipe
Zorg altijd dat je theorie / hypothese weerlegbaar is!
Je gaat dan opzoek naar tegenvoorbeelden in plaats van alleen maar bevestiging.
Belangrijk demarcatiecriterium voor wetenschappelijkheid!