HV1 Hoofdstuk 2 Grammaire 2 Bezittelijk voornaamwoord

Bonjour et Bienvenue
Mars 2023
Prenez tes affaires (ton livre, ton stylo et ton cahier)
werkblad?
apprendre leren met wozzol?
socrative?
choisissez 
   (Kies)
1 / 26
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Bonjour et Bienvenue
Mars 2023
Prenez tes affaires (ton livre, ton stylo et ton cahier)
werkblad?
apprendre leren met wozzol?
socrative?
choisissez 
   (Kies)

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Overhoring apprendre 5 et 6
  1. de kat = mijn kat                     8. het kind (meisje) = jouw kind
  2. de maand = mijn maand    9. de buurvrouw = jullie buurvrouw
  3. de dag = jouw dag                10. de half broer = mijn half broer
  4. het geluk = zijn geluk
  5. het nummer = haar nummer
  6. de metro = onze metro
  7. het dier = zijn dier

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Équipe 1
Finn                 Indy
Sammy           Noud
Roan                Lisa
Andries            Wes
Fiene                Danique
Tijn
Sophie



Équipe 2
Zinedine
Roos
Kevin
Anna
Megan
Amy

Équipe 3
Lakshiya
Dieke
Tess
Elisa
Denise
Harany
Wesley
Jenne

Les équipes

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Unité 2
2.1 Regarder
2.2 Lire
2.3 Grammaire 1 la verbe "avoir"
________________________________________________________________So1
2.3 Écouter (page 55)
2.4 Grammaire 2 "het bezittelijk voornaamwoord (page 58)
_________________________________________________________________SO 2
2.5 Parler (page 61)
2.6 Écrire (page 65)
_______________________________________________Mondeling in 2 tallen + luistertoets

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Deze les
2.1 Regarder
2.2 Lire
2.3 Grammaire 1 la verbe "avoir"
2.3 Écouter (page 55)
2.4 Grammaire 2 "het bezittelijk voornaamwoord (page 58)
2.5 Parler (page 61)
2.6 Écrire (page 65)



Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Voorkennis
Wat weten jullie al?
Film: "My precious"
Film: "Finding Nemo"

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Video

This item has no instructions

Slide 10 - Video

This item has no instructions

  2.4                    Grammaire 2 "het bezittelijk 
                            voornaamwoord (page 58)
Le but
kunnen zeggen in het Frans of iets van 'jouw' is of van 'mij', van 'hem, haar, hen, uw of jullie'

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Slide

whiteboardjes en stiften nodig!
Équipe 3 au travail op het leerplein
Équipe 2 au travail dans la salle de classe
Faites exercice 
seize A t/m E page 58-60

Fini? 
werkblad maken bezittelijk voornaamwoord

Bestuderen apprendre 5
Équipe 2
Zinedine
Roos
Kevin
Anna
Megan
Amy

Équipe 3
Lakshiya
Dieke
Tess
Elisa
Denise
Harany
Wesley
Jenne

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Mon père s’appelle Tom.



Ma mère s’appelle Annette.


Mes parents habitent à Hilversum.




Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Het zelfstandig naamwoord bepaalt welke vorm je gebruikt.

le pays                               mijn land = ____________

la classe                            mijn klas = ____________

les amis                            mijn vrienden = ____________

Mon, ma of mes?

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Het zelfstandig naamwoord bepaalt welke vorm je gebruikt.

le pays                               mijn land = mon pays 

la classe                            mijn klas = ma classe

les amis                            mijn vrienden = mes amis 

Mon, ma of mes?

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Ton père s’appelle Patrick.



Ta mère s’appelle Adèle.


Tes parents habitent à Bussum.



jouw vader...




jouw moeder




jouw ouders

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Son père s’appelle Paul.



Sa mère s’appelle Eva.



Ses parents habitent à Bussum.
 



zijn/haar vader...



zijn/haar moeder...




zijn/haar ouders...

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Ses: zijn of haar?
Kijk naar de rest van de zin.

Voilà Adam avec son père.     Voilà Lisa avec son père. 
 

                                                    


Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Ses: zijn of haar?
Kijk naar de rest van de zin.

    Voilà Adam avec son père.                Voilà Lisa avec son père. 
 

                                                    



     Daar is Adam met zijn vader          Daar is Lisamet haar vader

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Let op!
Begint het woord in het Frans met een klinker of een stomme h en is het een vrouwelijk zelfstandig naamwoord? dan gebruik je in het enkelvoud MON, TON, SON

L'adresse (v)                 niet ma                                              maar MON adresse

l'école (v)                        niet ta                                                 maar TON école

l'histoire (v)                   niet sa                                                 maar SON histoire

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

équipe 1           équipe 2 et 3 
Faites 
exercice seize A t/m E page 58 - 60

Fini?
werkblad maken bezittelijk voornaamwoord

Faites exercice 
16 B 
16 C 
16 D

Fini? 
16 E of werkblad maken 

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Le but:  kunnen zeggen in het Frans of iets van 'jouw' is of van 'mij', van 'hem, haar, hen, uw of jullie'

Tijdens deze les heb ik geleerd over het 1. ….. ............ Hiermee kan ik aangeven of iets van 2. ….. Is of van 3. …… anders.
In het Frans heb je drie soorten namelijk : 4. ….. ..........5. ............. en 6.……..........
Als iets van mij/mijn is dan kan ik dat in het Frans vertalen door: 7 …. ........8…........... of 9……..........
Als iets van hem of haar is vertaal ik dat door: 10 …............ 11. …. ..............12. …..............
Als ik een Franse zin met 'son, sa, of ses' moet vertalen naar het Nederlands moet ik kijken naar 13 .............................. om te weten of ik het moet vertalen met zijn of haar. 
Bij het toepassen van de juiste vorm van het bezittelijk voornaamwoord in het Frans is er één uitzondering. Als een zelfstandig naamwoord 14................. is en begint met een 14 ...... of een 15............ dan moet ik kiezen voor de 16................. vorm van het bezittelijk voornaamwoord. voorbeeld: L'adresse (het adres) wordt dan 17.............. (mijn) adresse 




Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Hoe is het gegaan?
😒🙁😐🙂😃

Slide 24 - Poll

This item has no instructions

ik kan zeggen in het Frans of iets van 'jouw' is of van 'mij', van 'hem, haar, hen, uw of jullie'
😒🙁😐🙂😃

Slide 25 - Poll

This item has no instructions

Ik heb nog extra behoefte aan....
extra uitleg over het bezittelijk voornaamwoord
extra opdrachten maken over het bezittelijk voornaamwoord
het is duidelijk en ik begrijp het
iets anders namelijk...

Slide 26 - Poll

This item has no instructions