Overdag verzamelde ik kruiden. Ten dele waren het gewone medicinale kruiden die ik bij de hand wilde hebben: wilgenbast tegen koorts, frambozenwortel tegen hoest, weegbree tegen infecties, netels tegen congestie, en dat soort dingen. Andere waren minder heilzaam. Ik maakte een kistje van cederhout en deed er de giftige kruiden in die ik van Chade had leren gebruiken, zoals pijpkruid, vlierbessenmerg, doodsbes, nachtschade en hartkruid. Ik zocht vooral naar kruiden die zonder smaak en kleur waren, en die gemakkelijk tot poeder of kleurloze vloeistof konden worden verwerkt.