This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes, text slide and 1 video.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Video
Is het verbranden van een magnesiumlint een voorbeeld van een fysisch- of chemisch verschijnsel?
A
fysisch verschijnsel
B
chemisch verschijnsel
Slide 3 - Quiz
Wat is een chemisch verschijnsel?
Slide 4 - Open question
Welke bewering is juist over de wet van atomen?
A
Atomen kunnen worden gecreëerd of vernietigd.
B
Atomen worden herschikt, maar niet gecreëerd of vernietigd.
C
Atomen worden geabsorbeerd in de reactie.
D
De massa van de reactieproducten is altijd groter dan die van de reagentia.
Slide 5 - Quiz
Welke stoffen zijn de reagentia bij de verbranding van magnesiumlint?
Slide 6 - Open question
Welke stof is het reactieproduct bij de verbranding van magnesiumlint?
Slide 7 - Open question
Bij de verbranding van aardgas (methaan) ontstaat er koolstofdioxide en waterdamp. Welke stoffen zijn de reactieproducten?
A
CH₄ en CO₂
B
CO₂ en H₂O
C
CH₄ en O₂
D
H₂O en O₂
Slide 8 - Quiz
Tijdens de fotosynthese zetten planten koolstofdioxide en water om in glucose en zuurstofgas. Wat zijn de reagentia?
A
koolstofdioxide en water
B
glucose en zuurstofgas
C
zuurstofgas en water
D
glucose en koolstofdioxide
Slide 9 - Quiz
Welke wet wordt er in dit voorbeeld geïllustreerd?
Slide 10 - Open question
Bij de reactie tussen waterstofchloride en ammoniak ontstaat ammoniumchloride. Men voegt 3,6 g waterstofchloride toe aan 1,7 g ammoniak. Hoeveel gram ammoniumchloride wordt er op die manier gemaakt?