Present perfect & past simple

1 / 11
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Present perfect:
Wanneer gebruik je de present perfect?
A
het is in het verleden gebeurd en niet belangrijk wanneer.
B
A en C zijn allebei fout
C
Het is in het verleden begonnen en loopt door tot het heden
D
A en C zijn allebei goed

Slide 6 - Quiz

PRESENT PERFECT:
welk werkwoord is ALTIJD aanwezig in de present perfect?
timer
0:30
A
do of does
B
am of are
C
have of has
D
was of were

Slide 7 - Quiz

Present Perfect:

Wat is de regel van de present perfect?
A
ww+ - ed
B
shit = ww+-s
C
vorm van to be + ww+-ing
D
have/has + voltooid deelwoord (3e rijtje)

Slide 8 - Quiz

PRESENT PERFECT:
in welke zin wordt de present perfect gebruikt?
A
I have lived in Utrecht for 13 years.
B
I was living in Utrecht.
C
I lived in Utrecht in 2010
D
I am living in Utrecht.

Slide 9 - Quiz

present perfect
A
Gina lived in Seattle four years ago
B
Gina has lived in Seattle since 2018
C
Gina was living in Seattle when there was an earthquake
D
Rick broke his leg yesterday.

Slide 10 - Quiz

PRESENT PERFECT:
in welke zin wordt de present perfect gebruikt?
A
She had been working until late.
B
She have been working until late.
C
She has worked until late.
D
She has been working until late.

Slide 11 - Quiz