M3 Kwadratische problemen. 1 - Voorkennis + kwadratische functies

• Wiskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

M3 Kwadratische problemen

Planning

• Toelichting module 3
• Voorkennis
• Leerdoel
• Uitleg
• Zelfstandig werken
• Leerdoelcheck
• Afsluiten 

Module 3

• Heel belangrijk voor wiskunde B en NT-profiel
• 10 lessen (8x uitleg, 1x herhalen, 1x toets)
• Combinatie van H3 en H7

(Voorkennis)
Ontbind in factoren m.b.v. de product-som-methode:
x² + 7x + 12

(Voorkennis)
Ontbind in factoren m.b.v. de product-som-methode:
x² + 3x + 2

Leerdoelen

Ik kan kwadratische vergelijkingen oplossen...

-m.b.v. ontbinden in factoren. (§3.1)

- van de vorm (x+p)²=c oplossen. (§3.1)

 

Ik kan bij een gegeven kwadratische functie

de functiewaarden berekenen. (§3.2)

(L1) Los de vergelijking op:
-4x² - 20x + 96 = 0

(L1) Los de vergelijking op:
-3x² +3x + 18 = 0

(L1) Los de vergelijking op:
-3x² +3x = -18

Leerdoelen

1. Je kan kwadratische vergelijkingen oplossen m.b.v. ontbinden in factoren. (§3.1)

2. Je kan kwadratische vergelijkingen van de vorm (x+p)²=c oplossen. (§3.1)

 

3. Ik kan bij een gegeven kwadratische functie

de functiewaarden berekenen. (§3.2)

(L2) Los de vergelijking op:

(x+1)​2​​=16

(L2) Los de vergelijking op:

(x+1)​2​​=−16

(L2) Los de vergelijking op:

3(x+8)​2​​=27

(L2) Los de vergelijking op:

−4(x−9)​2​​−8=−44

Leerdoelen

1. Je kan kwadratische vergelijkingen oplossen m.b.v. ontbinden in factoren. (§3.1)

2. Je kan kwadratische vergelijkingen van de vorm (x+p)²=c oplossen. (§3.1)

 

3. Ik kan bij een gegeven kwadratische functie

de functiewaarden berekenen. (§3.2)

(L3) Gegeven is de functie

Bereken f(-3).

f(x)=−x​2​​+3x+6

(L3) Gegeven is de functie

Bereken f(-5).

f(x)=−2x​2​​+2x−12

Zelfstandig werken

• Wat?
  - opg. 2, 5, 6cd, 9, 11
• Hoe?
  - Zelfstandig, in je schrift
• Vragen?
  - Theorie lezen, daarna fluisteren met je groepje, daarna vinger opsteken
• Klaar? 
  - Verder met de module / lezen in je leesboek.

(Leerdoelcheck)
Als je de volgende vergelijking moet oplossen, welke methode gebruiken we dan?

3x​2​​−27=0

1. Product-som-methode
2. (x+p)²=c

Afsluiten

• Huiswerk:
  - opg. 2, 5, 6cd, 9, 11
  - Tip: Als je het moeilijk vindt, maak dan ook de opdrachten uit de voorkennis!
  
  
• Fijne dag verder! :-)