What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Les 4 1.4 Marktvormen
1 / 48
next
Slide 1:
Slide
Marketing
MBO
Studiejaar 1
This lesson contains
48 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
50 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Sleepvraag: sleep het juist paarse vlak naar de juiste plek om het producentensurplus weer te geven
Slide 2 - Drag question
Bereken het consumentensurplus als de prijs € 100 is
A
€ 10.000
B
€ 5.000
C
€ 60.000
D
€ 20.000
Slide 3 - Quiz
Stel dat de vraagfunctie is: Qv = -2p + 100.
Bij welke prijs worden er 40 stuks (Qv = 40) gevraagd?
A
20
B
30
C
40
D
60
Slide 4 - Quiz
Stel de vraagfunctie is: Qv = -3p + 80.
Hoeveel stuks worden er gevraagd (Qv) bij een prijs (P) van 10
A
20
B
50
C
60
D
70
Slide 5 - Quiz
Hoe groot is het producentensurplus?
A
64
B
14
C
16
D
112
Slide 6 - Quiz
Gegeven is de vraagfunctie. Qv = - 4p + 120.
Stel je nu een vraaglijn moeten tekenen. Waar liggen de snijpunten met je Q-as en je P-as
A
Snijpunt P-as: P = 30 en snijpunt Q-as: Qv = 120
B
Snijpunt P-as: P = 120 en snijpunt Q-as: Qv = 4
C
Snijpunt P-as: P = 4 en snijpunt Q-as: Qv = 120
D
Snijpunt P-as: P = 0 en snijpunt Q-as: Qv = 30
Slide 7 - Quiz
Welk (soort) bedrijf heeft
weinig invloed op de prijs?
Slide 8 - Mind map
Welk (soort) bedrijf heeft
veel invloed op de prijs?
Slide 9 - Mind map
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Homogene producten
Consumenten zien de producten van de verschillende aanbieders als hetzelfde.
Slide 12 - Slide
Heterogene producten
Als de consument vindt dat er verschil is tussen de producten van de verschillende aanbieders.
Slide 13 - Slide
Kraanwater
Heterogeen product
Homogeen product
Bier
Docenten
Blauwe pennen
Diesel
Droge worst
Slide 14 - Drag question
Marktvorm
Een marktvorm is het geheel van omstandigheden waaronder ondernemingen met elkaar concurreren.
4 Marktvormen:
Monopolie
Oligopolie
Monopolistische concurrentie
Volkomen concurrentie (=volledige mededinging)
Slide 15 - Slide
Monopolie
Monos = 1 / polein = verkopen
Eén aanbieder
Veel vragers
Homogeen product
Voorbeeld:
De Nederlandse bank (bankbiljetten), overheid (paspoorten)
Slide 16 - Slide
Oligopolie
Weinig aanbieders en veel vragers
Heterogene goederen → producenten moeten met elkaar concurreren
Homogene goederen → klanten letten vooral op de prijs (er kan een prijzenoorlog ontstaan)
Specialistische kennis nodig
Slide 17 - Slide
Monopolistische concurrentie
Veel aanbieders
Producten lijken op elkaar, maar elke aanbieder is uniek
Voor de klant is er een verschil wie levert of wat het merk/soort is (
heterogeen goed
)
Komt veel voor
Voorbeeld: kledingbranche
Slide 18 - Slide
Volkomen concurrentie
Veel aanbieders en veel vragers
Prijs wordt bepaald door vraag en aanbod (aanbieder is prijsnemer)
Het maakt de vragers niet uit wie levert (
homogeen goed
)
Voorbeelden: aandelenmarkt, bloemenveiling
Slide 19 - Slide
Monopolie
Oligopolie
Volkomen concurrentie
Oligopolie
Slide 20 - Drag question
Slide 21 - Slide
Watvoor een marktvorm vormen de
terrasjes in Rotterdam?
A
Volkomen concurrentie
B
Monopolie
C
Oligopolie
D
Monopolistische concurrentie
Slide 22 - Quiz
Volkomen concurrentie
Monopolistische concurrentie
Heterogeen product
Homogeen product
Voorbeeld:
zout
Voorbeeld:
smartphones
Slide 23 - Drag question
Bij monopolistische concurrentie is er altijd sprake van heterogene producten.
A
juist.
B
onjuist.
Slide 24 - Quiz
Hieronder staan vijf marktvormen. Geef van elke martkvorm aan of het gaat om een monopolie of een oligopolie
. Sleep de zinnen naar de juiste plek.
Monopolie
Oligopolie
Uitgifte van rijbewijzen
Internetproviders
Prorail
Microsoft
Onderwijs
Slide 25 - Drag question
Plaats de vier marktvormen in volgorde van veel concurrentie op de markt tot weinig tot geen concurrentie op de markt.
Oligopolie
Monopolie
Volkomen concurrentie
Monopolistische concurrentie
Slide 26 - Drag question
Op welke markt waar vraag en aanbod samenkomt (marktvorm) zit het bedrijf Apple in?
A
Monopolie
B
Volkomen concurrentie
C
Oligopolie
D
Monopolistische concurrentie
Slide 27 - Quiz
Slide 28 - Slide
Welk product is homogeen?
A
Kaas
B
Bier
C
Wijn
D
Graan
Slide 29 - Quiz
Abstracte markt
Concrete markt
Slide 30 - Drag question
Markt (letterlijk = concreet)
Geheel van vraag en aanbod
Markt (figuurlijk = abstract)
Geheel van vraag en aanbod
Slide 31 - Slide
Abstracte markt
Concrete markt
Slide 32 - Drag question
Marktvormen
aantal aanbieders
Veel
Weinig
Eén
homogene goederen
heterogene goederen
Sleep het juiste antwoord op de juiste plek in de tabel
Monopolie
Monopolistische concurrentie
Volkomen concurrentie
Oligopolie
Slide 33 - Drag question
Oligopolie
Monopolistische concurrentie
Weinig aanbieders
Veel aanbieders
Heterogene goederen
Homogene goederen
Vaak ontstaat een prijzenoorlog
kartelvorming
Slide 34 - Drag question
Welk product is heterogeen?
(let op: meerdere antwoorden mogelijk)
A
Een Mars
B
Een brood
C
Een flesje frisdrank
D
Aardappelen
Slide 35 - Quiz
Wat is een kenmerk van een monopolie ?
(let op: meerdere antwoorden mogelijk)
A
Veel aanbieders
B
Heterogeen product
C
Eén aanbieder
D
Onderscheidend
Slide 36 - Quiz
Wat ga je dit weekend doen?
Gamen!
Bordspel
Naar buiten
Naar vrienden
Slapen
Huiswerk maken
Stoute dingen
Slide 37 - Poll
Welke van de volgende antwoorden is geen eigenschap van de marktvorm volkomen concurrentie?
A
Veel aanbieders en veel vragers
B
Heterogeen product
C
Transparante markt
D
Vrije toe- en uittreding
Slide 38 - Quiz
Slide 39 - Slide
Slide 40 - Slide
Slide 41 - Slide
Slide 42 - Slide
Aantal aanbieders
Aantal vragers
Aard van het product
Marktvorm
Voorbeeld
veel
veel
homogeen
volkomen concurrentie
aandelenmarkt
valutamarkt
veel
veel
heterogeen
monopolistische concurrentie
horeca
kledingzaken
weinig
veel
beide
oligopolie
supermarkten
1
veel
homogeen
monopolie
Prorail
Kenmerken van een marktvorm
Slide 43 - Slide
Huiswerk
Volgende les:
Aan de slag tijdens de les.
Hiervoor bestudeer je H 1.6
Laatste les deze week
:
Opdracht in de les in groepjes waarbij je 0,5 punten bovenop je rapportcijfer kunt verdienen.
Leer alles over marktvormen!!
Slide 44 - Slide
Wat is de stand van zaken?
Ik weet alles van marktvormen
Als ik de stof nog een keer doorneem, snap ik het wel
Ik moet nog hard aan de studie
Help, ik heb extra uitleg nodig!
Slide 45 - Poll
De maximale winst
is € ....
A
125
B
400
C
625
D
1250
Slide 46 - Quiz
welke marktvorm?
A
Volledige mededinging
B
monopolistische concurrentie
C
oligopolie
D
monopolie
Slide 47 - Quiz
maximale omzet als:
A
MO=0
B
MO=MK
C
GO=GTK
D
MK=GTK
Slide 48 - Quiz
More lessons like this
Marktvormen
October 2018
- Lesson with
26 slides
by
Economics
Economie
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 3,4
economie voor vmbo
3.4 Macht op de markt
August 2018
- Lesson with
50 slides
by
Eieren voor je geld
Economie
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
Eieren voor je geld
Oefenen met marktvormen
September 2023
- Lesson with
35 slides
Marketing
MBO
Studiejaar 1
H1 tm H3
September 2021
- Lesson with
28 slides
Economie
Middelbare school
havo
Leerjaar 5
3.3 Hoe werkt de markt?
October 2021
- Lesson with
19 slides
Economie
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
H8§6 Marktvormen deel 2
February 2021
- Lesson with
25 slides
Economie
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 3
Concurrentie
January 2019
- Lesson with
26 slides
by
Economics
Economie
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 3,4
Economie voor vmbo
8.6 3GL Marktvormen
June 2022
- Lesson with
28 slides
Economie
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 3