7.3 en gedeelte 7.4

7.3 en gedeelte 7.4
1 / 19
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

7.3 en gedeelte 7.4

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen vandaag?
- Het 'biologische momentje' van de dag.
- Leerdoelen
- Terugblik vorige lessen
- Nieuwe stof 7.3 + deel 7.4

Slide 2 - Slide

Het 'biologische momentje' van de dag:
1. De spijsvertering begint al, zodra je aan eten denkt
Op het moment dat je aan eten denkt, begint je lichaam al met het aanmaken van speeksel. Per dag maak je wel een liter speeksel aan. De samenstelling daarvan verandert ook. Eet je iets droogs, dan maak je meer water aan. En eet je iets taais, dan meer slijm. In het speeksel zit het enzym amylase en dat breekt zetmeel af.

2. Als je niet tegen melk kunt, mis je een enzym
Sommige mensen kunnen niet goed tegen lactose, ook wel melksuiker genoemd. Dat komt doordat zij lactase, het enzym om lactose af te breken, missen. Het gevolg daarvan is dat er te veel melksuiker in de darm achterblijft en dit geeft vervelende darmklachten.

Slide 3 - Slide

Leerdoelen:
Na deze les kun je:

  • Verschillende voedingsstoffen en hun functies kunnen benoemen.

    - uitgesplitst in brandstoffen, bouwstoffen en beschermende stoffen.
  • Kun je uitleggen wat gebrekziekten zijn en voorbeelden geven. 
  • Uitleggen wat aminozuren zijn en wat hun functies in het lichaam zijn. 
  • Werking van enzymen benoemen.
  • De functie van enzymen benoemen. 


Slide 4 - Slide

Terugblik: Wat hebben we de vorige lessen behandeld?
7.1: Gezond eten
- Eetgewoonten (wordt beïnvloed door???)
- Voeding middelen en voedingsstoffen.
- Functies voedingsstoffen.
- Gezond voedsel / schijf van 5.
- Voedselbederf tegengaan.

7.2: Energie
- Energie uit onze brandstof
- Energieverbruik p.p.p.d.
- Energiebalans (gezond BMI)
- Gevolgen overgewicht (hart- en vaatziekten)

Slide 5 - Slide

Nieuwe stof 7.3
Brandstoffen
  • Functies van voedingstoffen:
Brandstoffen, Bouwstoffen, Beschermende stoffen ( + Reservestoffen).

  • Brandstoffen (zie 7.2)
    - hieruit haal je energie.
    - koolhydraten en vetten.
    - Bij teveel of te weinig?
       Onder- of overgewicht.


Slide 6 - Slide

vervolg 7.3
Bouwstoffen
  • Bouwstoffen (eiwit, water, vet, mineralen)
      - Aanmaak nieuwe cellen (o.a. huid/bloed)
         m.b.v. mineralen - ijzer, calcium en fosfor.
      - verlies water uit de cellen.

  • Eiwitten (opgebouwd uit aminozuren, 20 soorten)
    - Aminozuren = bouwstenen eiwit, als een lange ketting

    - lichaam kan eiwitten afbreken tot aminozuren en eiwitten
       weer opbouwen uit aminozuren. 
  • Eiwitten gebruikt voor:
    - opbouw weefsel (spieren uit actine en myosine, zie klas 1)
    - alles op de juiste plek houden d.m.v. bindweefsel.
       bindweefsel = structuureiwit (zoals collageen).
    - transport stoffen in bloed zoals hemoglobine.
    - regeling processen (vertering, voortplanting etc.)


Slide 7 - Slide

vervolg 7.3
Beschermende stoffen
  • Bouwstoffen (eiwit, water, vet, mineralen)
      - Aanmaak nieuwe cellen (o.a. huid/bloed)
         m.b.v. mineralen - ijzer, calcium en fosfor.
      - verlies water uit de cellen.

  • Beschermende stoffen (vitaminen en mineralen).
    - beschermen tegen ziektes.
    - aanmaak enzymen.
    - goede werking spieren en zenuwen.


Slide 8 - Slide

Gebreksziekte
  • Bij te weinig vitaminen/mineralen: 
    - Nachtblindheid (vit. A)
       Uitdroging hoornvlies, evt. blind worden.
    - Engelse Ziekte (vit. D)
       Te weinig opname calcium in botten.
       Botten groeien krom.
    - Scheurbuik (vit. C)
       VOC-tijd. Inwendige bloedingen.

  • Kan komen door tekort of te eenzijdig eten of eetstoornis (anorexia/bed/boulimia).

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

7.4 Vertering!
Wat is dat nou precies? 

Slide 11 - Slide

Bij welk orgaan start de vertering van ons voedsel?

Slide 12 - Open question

Waarom verteren we eigenlijk ons voedsel?

Slide 13 - Open question

Geef een zo volledig mogelijke omschrijving van het begrip 'vertering'

Slide 14 - Open question

Welke voedingstoffen moeten verteerd worden?

Slide 15 - Open question

7.4 Wat is vertering?
  • Voedingstoffen moeten vanuit je voedingsmiddelen in je bloed kunnen. 

  • Kleinmaken van voedingsstoffen = vertering.
    - WEL: eiwitten, vetten, koolhydraten
    - NIET: water, vitaminen, mineralen, glucose

  • verteringsstelsel - verteringsorganen - verteringssappen - enzymen. 

Slide 16 - Slide

Er waren eens... enzymen!
  • Enzymen (zelf ook een eiwit) gemaakt in bepaalde spijsverteringsklieren.

  • Zijn specifiek! Een soort voedingsstof past op een bepaald enzym (sleutel/slot).

  • 'Knipt' voedingsstof in kleine stukjes.
      (met behulp van H20).

  • Procesversnellers!

  • Herbruikbaar.
  • Temperatuur afhankelijk.
      (minimum/optimum/maximumtemp. )

Slide 17 - Slide

Einde
- Check leerdoelen
-Volgende les verdere uitleg 7.4 + practica

Nu:
- Vragen?
- Zelfstandig werken HW

Slide 18 - Slide

Leerdoelen:
Kun je nu?

  • Verschillende voedingsstoffen en hun functies benoemen?
    - uitgesplitst in brandstoffen, bouwstoffen en beschermende stoffen.
  • Kun je uitleggen wat gebrekziekten zijn en voorbeelden geven?
  • Kun je uitleggen wat aminozuren zijn en wat hun functies in het lichaam zijn? 
  • De werking van enzymen benoemen?
  • De functie van enzymen benoemen? 


Slide 19 - Slide