What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Spelling: herhalen werkwoordspelling
Spelling
Herhalen werkwoordspelling
1 / 15
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
This lesson contains
15 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Spelling
Herhalen werkwoordspelling
Slide 1 - Slide
SO'tje Nederlands
donderdag 8 december
zinnen correct begrenzen (blz. 32), verwijswoorden (blz. 62), werkwoordspelling (blz. 260-262)
Slide 2 - Slide
Doel van de les
Aan het einde van de les hebben we de werkwoordspelling herhaald.
Slide 3 - Slide
Werkwoordspelling
Persoonsvorm (tegenwoordige tijd/verleden tijd)
Voltooid deelwoord
Onvoltooid deelwoord
Slide 4 - Slide
Wat weet je nog over het
onvoltooid deelwoord?
Slide 5 - Mind map
PERSOONSVORM
VOLTOOID DEELWOORD
INFINITIEF
ONVOLTOOID DEELWOORD
Hele werkwoord + d.
De handeling is nog niet afgelopen.
Als je de zin van tijd verandert, verandert dit werkwoord mee.
Werkwoordsvorm zoals je dat in het woordenboek tegenkomt.
Werkwoord geeft aan dat de handeling is afgerond.
Slide 6 - Drag question
voltooid deelwoord
onvoltooid deelwoord
infinitief
persoonsvorm verleden tijd
persoonsvorm tegenwoordige tijd
zong
gezongen
zingend
zingt
zingen
Slide 7 - Drag question
Welke vorm heeft het werkwoord tussen haakjes?
Met een scherp mesje [ontvelt] Kiki de tomaten.
A
persoonsvorm
B
voltooid deelwoord
C
onvoltooid deelwoord
Slide 8 - Quiz
Welke vorm heeft het werkwoord tussen haakjes?
Nu en dan even [rondkijkend] pikte de vogel de zaadjes van de grond op.
A
persoonsvorm
B
voltooid deelwoord
C
onvoltooid deelwoord
Slide 9 - Quiz
Welke vorm heeft het werkwoord tussen haakjes?
Onze docente Nederlands [vertelt] vaak een goede mop.
A
persoonsvorm
B
voltooid deelwoord
C
onvoltooid deelwoord
Slide 10 - Quiz
Welke vorm heeft het werkwoord tussen haakjes?
Thijs heeft met voetballen zijn enkel [bezeerd].
A
persoonsvorm
B
voltooid deelwoord
C
onvoltooid deelwoord
Slide 11 - Quiz
Hoe spel je de werkwoorden?
De tuinman [harken - tt] vrolijk [fluiten] de tuin aan.
Slide 12 - Open question
Hoe spel je de werkwoorden?
[Zuchten] is Jan na de lange wandeling de eindstreep [passeren].
Slide 13 - Open question
Feit of fictie? - 8 minuten
Verzin 3 uitspraken over de regels van de werkwoordspelling.
Eén van die uitspraken is NIET WAAR; de andere twee zijn WAAR
Schrijf de uitspraken op in je schrift
Straks bespreken
Klaar? Lees de theorie over de werkwoordspelling nog een keer goed door op blz. 260 t/m 262
Slide 14 - Slide
Huiswerk
Geen huiswerk! Leesmeters maken in je leesboek.
Slide 15 - Slide
More lessons like this
Werkwoordspelling
March 2024
- Lesson with
27 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Spelling: voltooid deelwoord of persoonsvorm?
March 2022
- Lesson with
17 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Werkwoordspelling
September 2024
- Lesson with
27 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1-4
Werkwoordspelling
October 2020
- Lesson with
22 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
Welkom H22 woe 9-10-2024
October 2024
- Lesson with
41 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
1tha, Werkwoordspelling, onregelmatige werkwoorden en ww tijden- vormen
November 2023
- Lesson with
17 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Werkwoordspelling
March 2022
- Lesson with
22 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3,4
Zaterdag 18 mei 2024 - herhaling spelling en werkwoordspelling
May 2024
- Lesson with
38 slides
Nederlands
Secondary Education