H5 - T7: BS2 - voedselrelaties, symbiose en populatiegrootte

Basisstof 2: populatie
H5
Thema 7
Ecologie
1 / 18
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Basisstof 2: populatie
H5
Thema 7
Ecologie

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt verschillende vormen van concurrentie en coöperatie onderschrijven;
  • Je kunt voorbeelden van concurrentie en coöperatie in een ecosysteem herkennen en beschrijven;
  • Je kunt uitleggen waar populatiegrootte en populatiedichtheid van afhankelijk is
  • Je kunt schommelingen in populatiedichtheid verklaren en beschrijven

Slide 2 - Slide

Biotische relaties 
  • Coöperatie: samenwerking tussen verschillende soorten 
  • Concurrentie: strijd tussen organismen om voedsel, ruimte, partners, etc.
  • Intraspecifieke concurrentie: tussen soortgenoten
  • Interspecifieke concurrentie: tussen verschillende soorten

Slide 3 - Slide

0

Slide 4 - Video

Symbiose 
  • sym: samen; bios: leven
  • langdurige samenwerking tussen twee verschillende soorten

  • mutualisme: beide partijen hebben een voordeel bij de samenlevingsvorm
  • commensalisme: een partij heeft een voordeel, de andere partij geen voordeel/nadeel.
  • parasitisme: een partij heeft een voordeel, de andere partij een duidelijk nadeel

Slide 5 - Slide

0

Slide 6 - Video

Populatiedynamiek: het beinvloeden van populatiegrootte
draagkracht: maximale populatiegrootte binnen het ecosysteem

exponentiele groei als draagkracht nog niet bereikt is (J-curve)

dynamisch evenwicht als draagkracht is bereikt.

Slide 7 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt verschillende vormen van concurrentie en coöperatie onderschrijven;
  • Je kunt voorbeelden van concurrentie en coöperatie in een ecosysteem herkennen en beschrijven;
  • Je kunt uitleggen waar populatiegrootte en populatiedichtheid van afhankelijk is
  • Je kunt schommelingen in populatiedichtheid verklaren en beschrijven

Slide 8 - Slide

Bekijk het voedselweb hiernaast. Leg aan de hand van een voorbeeld uit dat er tussen sommige soorten sprake is van concurrentie

Slide 9 - Open question

Sleep de afbeeldingen naar de bijbehorende omschrijving
Intra- en interspecifieke concurrentie
Kijk naar de term!
Met specifiek wordt in dit geval bedoeld: de soort.
intra = in 
inter = tussen
Wat betekent intraspecifiek en interspecifiek?
intraspecifieke concurrentie
interspecifieke concurrentie

Slide 10 - Drag question

Van welke vorm van symbiose is hier sprake?
A
Mutualisme
B
Parasitisme
C
Commensalisme

Slide 11 - Quiz

Omschrijf het voordeel voor de bij.
Omschrijf het voordeel voor de plant.

Slide 12 - Open question

Van welke vorm van symbiose is hier sprake?
A
Mutualisme
B
Parasitisme
C
Commensalisme

Slide 13 - Quiz

Van welke vorm van symbiose is hier sprake?
A
Mutualisme
B
Parasitisme
C
Commensalisme

Slide 14 - Quiz

In de afbeelding hiernaast is sprake van epifytisme.

Dit is een vorm van....
Een epifyt is een plant die op een andere (grotere plant) leeft. Hierbij onttrekt de epifyt geen voedingsstoffen aan de gastheerplant
A
mutualisme
B
commensalisme
C
parasitisme

Slide 15 - Quiz

De populatiedichtheid is onderheving aan terugkoppeling.
Sleep de invloeden naar de juiste plek in het terugkoppelings-schema
afname van predatie
afname van voedselbeschikbaarheid
toename van concurrentie
toename van draagkracht van het ecosysteem

Slide 16 - Drag question

De populatiegrootte is afhankelijk van een aantal factoren. 
Sleep de termen naar de juiste plaats in het schema.
populatiegrootte
immigratie
sterftecijfer
geboortecijfer
emigratie

Slide 17 - Drag question

Leerdoelen
  • Je kunt verschillende vormen van concurrentie en coöperatie onderschrijven;
  • Je kunt voorbeelden van concurrentie en coöperatie in een ecosysteem herkennen en beschrijven;
  • Je kunt uitleggen waar populatiegrootte en populatiedichtheid van afhankelijk is
  • Je kunt schommelingen in populatiedichtheid verklaren en beschrijven

Slide 18 - Slide