YH4-TH7-BS2

Basisstof 2: Populaties
H4
Thema 7
Ecologie & Milieu
1 / 23
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Basisstof 2: Populaties
H4
Thema 7
Ecologie & Milieu

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt binnen een ecosysteem vormen van concurrentie en van cooperatie onderscheiden
  • Je kunt de dynamiek en het evenwicht in een ecosysteem beschrijven

Slide 2 - Slide

Hoe zat het ook alweer?
Geef de definitie van het begrip soort

Slide 3 - Open question

Hoe zat het ook alweer?
Geef de definitie van het begrip populatie

Slide 4 - Open question

Slide 5 - Video

Bekijk het voedselweb hiernaast. Leg aan de hand van een voorbeeld uit dat er tussen sommige soorten sprake is van concurrentie

Slide 6 - Open question

Sleep de afbeeldingen naar de bijbehorende omschrijving
Intra- en interspecifieke concurrentie
Kijk naar de term!
Met specifiek wordt in dit geval bedoeld: de soort.
intra = in 
inter = tussen
Wat betekent intraspecifiek en interspecifiek?
intraspecifieke concurrentie
interspecifieke concurrentie

Slide 7 - Drag question

Van welke vorm van symbiose is hier sprake?
A
Mutualisme
B
Parasitisme
C
Commensalisme

Slide 8 - Quiz

Omschrijf het voordeel voor de bij.
Omschrijf het voordeel voor de plant.

Slide 9 - Open question

Van welke vorm van symbiose is hier sprake?
A
Mutualisme
B
Parasitisme
C
Commensalisme

Slide 10 - Quiz

Van welke vorm van symbiose is hier sprake?
A
Mutualisme
B
Parasitisme
C
Commensalisme

Slide 11 - Quiz

In de afbeelding hiernaast is sprake van epifytisme.

Dit is een vorm van....
Een epifyt is een plant die op een andere (grotere plant) leeft. Hierbij onttrekt de epifyt geen voedingsstoffen aan de gastheerplant
A
mutualisme
B
commensalisme
C
parasitisme

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Video

Geef de definitie van het begrip populatiedichtheid.

Slide 14 - Open question

De populatiedichtheid is onderheving aan terugkoppeling.
Sleep de invloeden naar de juiste plek in het terugkoppelings-schema
afname van predatie
afname van voedselbeschikbaarheid
toename van concurrentie
toename van draagkracht van het ecosysteem

Slide 15 - Drag question

Factoren die van invloed zijn op de populatiedichtheid kunnen op hun beurt weer van de populatiedichtheid afhankelijk zijn (en daardoor de populatiedichtheid regelen).
Sleep de factoren naar de juiste categorie.
dichtheidsafhankelijke factoren
dichtheidsonafhankelijke factoren
ziekte
sneeuwval
concurrentie
overstroming
parasitisme
temperatuur
voedselrelaties

Slide 16 - Drag question

De populatiegrootte is afhankelijk van een aantal factoren. 
Sleep de termen naar de juiste plaats in het schema.
populatiegrootte
immigratie
sterftecijfer
geboortecijfer
emigratie

Slide 17 - Drag question

Leg uit wat een exoot is.

Slide 18 - Open question

In een jong ecosysteem zijn nog veel niches (rollen binnen het ecosysteem) vrij. Soort X vestigt zich in een jong ecosysteem in een vrije niche. Er is geen sprake van concurrentie, predatie en ziektes.

Volgens welke curve zal deze groei van deze soort waarschijnlijk verlopen?
A
B

Slide 19 - Quiz

Bekijk het diagram

In dit ecosysteem lijkt er sprake te zijn van een dynamisch evenwicht tussen een predator en zijn prooi

Bestudeer het diagram en beantwoord de vragen op de volgende slides

Slide 20 - Slide

Geef een verklaring voor het feit dat populatiedichtheid vossen in het jaar 1974 stijgt.

Slide 21 - Open question

Geef een verklaring voor het feit dat populatiedichtheid konijnen in het jaar 1974 daalt.

Slide 22 - Open question

In een predator-prooi evenwichtsdiagram is de piek van de predatordichtheid in de tijd altijd later dan de piek van de prooidichtheid.
Leg dit uit.

Slide 23 - Open question