Nu Nederlands Lezen 4.1, 4.2, 4.3 ,4.4

Teksten met meningen lezen
4.1 Feit, mening en argument
4.2 Argumenten beoordelen
4.3 Betoog
1 / 29
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 3

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Teksten met meningen lezen
4.1 Feit, mening en argument
4.2 Argumenten beoordelen
4.3 Betoog

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Lesdoel
  • Je herkent feiten, meningen en argumenten in een tekst.
  • Je beoordeelt de kwaliteit van argumenten in een tekst.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat je af moet hebben:
Nu Nederlands Lezen:
            4.1 Feit, mening en argument
            4.2 Argumenten beoordelen
            4.3 Betoog
            oefentoets lezen H 4


Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Hoe weet je of iets een feit of een mening is?
timer
1:00

Slide 4 - Open question

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Wat is een argument?

Slide 7 - Open question

This item has no instructions

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Argumenten beoordelen: waarom is dit belangrijk?

Slide 11 - Open question

This item has no instructions

Drie soorten argumenten
  • objectieve
  • subjectieve
  • drogredenen 

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Wat betekent subjectief?
timer
1:00

Slide 13 - Open question

This item has no instructions

Wat betekent objectief?

Slide 14 - Open question

This item has no instructions

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Wat is een drogreden?
timer
1:00

Slide 16 - Open question

This item has no instructions

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Slide 20 - Video

This item has no instructions

Werklozen zijn te beroerd om te werken, dat zie je wel aan mijn buurman.
timer
0:30
A
onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
B
verkeerde vergelijking
C
cirkelredenering
D
generalisatie

Slide 21 - Quiz

Op basis van te weinig gegevens stelt iemand een algemene regel vast
Supermarktmedewerkers moeten niet klagen als ze overuren maken, want winkeliers werken ook op koopavonden en zaterdag
timer
0:30
A
onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
B
verkeerde vergelijking
C
cirkelredening
D
generalisatie

Slide 22 - Quiz

er worden dingen met elkaar vergeleken die eigenlijk niet te vergelijken zijn
Condooms verergeren de verspreiding van aids, want dat zegt de paus.
timer
0:30
A
Onjuist beroep op autoriteit
B
Generalisatie
C
Persoonlijke aanval
D
Ontduiken van bewijslast

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Bijwerken!
Maak af:
4.1: Feit, mening en argument
4.2 : argumenten beoordelen
4.3: betoog
oefentoets lezen H4 
Volgende week in de les: toets lezen H4 op de laptop!

Slide 29 - Slide

This item has no instructions