8.4 gelijkvormige driehoeken

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Bereken de vergrotingsfactor
van beeld 1.

Bereken de vergrotingsfactor
van beeld 2.

Bereken de lengte
met het vraagteken

Bereken de lengte
met het vraagteken

Welke hoek is
even groot als hoek Q?

1. A
2. B
3. C

Welke zijde is
even lang als zijde AB?

1. PQ
2. QR
3. PR

Welke zijden
zijn evenwijdig?

1. AE en BD
2. ED en EC
3. AB en BC
4. AE en EC

Welke driehoek is
gelijkvormig
aan driehoek BCD?

1. ACE
2. CEA
3. EAC

Hoe heet de driehoek
gelijkvormig aan
driehoek DBC?

Welke zijden
zijn even groot?

1. AB en DC
2. AC en CD
3. BC en CD
4. AC en CE

Bereken PR.

Welke zijde is even
groot als PQ?

1. AB
2. AC
3. BC

Wat is de
vergrotingsfactor?

1. 8 : 4 = 2
2. 8 : 5,5 = 1,5
3. 8 : 3,5 = 2,3

Hoe lang is zijde QR?

Maak een verhoudingstabel bij de driehoeken.

AC = 14 cm

1. mijn tabel is goed
2. mijn tabel is bijna goed

AC is 14 cm.
Bereken de
lengte van EC.

6 cm

Bereken de lengte van ED.

Bereken de lengte van CB.

Aan de slag in je boek

blz 207 

opdracht 50 (maak een schets)
opdracht 56 t/m 59