Gesprekken voeren

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 3

GESPREKKEN VOEREN

Doelen vandaag

• Je krijgt informatie over het examen gesprekken voeren.
• Je krijgt informatie over de inhoud van examen gesprekken voeren.
• Je krijgt informatie over de beoordeling.
• Je leert de theorie omtrent gesprekstechnieken en past deze toe in de oefeningen. 

GESPREKSTECHNIEKEN

WAAR DENK JE DAN AAN?

Een gesprek optimaal laten verlopen,
wat komt daarbij kijken?

(T) Dit zijn de gespreksregels:

• Gebruik beleefde taal en pas je taalgebruik aan de situatie aan
• Laat elkaar uitpraten
• Neem op gepaste wijze de beurt
• Blijf bij het onderwerp dus begin niet zomaar over een ander onderwerp
• Ga in op wat je partner zegt

Communiceren gebeurt mondeling (pratend).

1. Waar
2. Niet waar

Goed gesprek = luisteren

Actief luisteren 

Samenvatten - parafraseren  [controle info + leiding nemen]

Doorvragen [herhalen, verduidelijken, doorvragen, stilte]

Hoe kun je laten merken
dat je actief luistert?

ACTIEF LUISTEREN
= BETROKKEN ZIJN

- afsluiten voor andere dingen, de rust om te luisteren

- lichaamstaal (zithouding, oogcontact, rust) 

- knikje, 'mimiek'

- luistergeluiden [hmhm]

- de ander laten uitpraten

- samenvatten / doorvragen

(T) SOORTEN VRAGEN

- open vragen 

- reflecterende vragen

- indirecte vragen

- gesloten vragen 

- suggestieve vragen

- directe vragen 

(T) SOORTEN VRAGEN

- open vragen                              (Wat heb je gisteren gedaan?)

- reflecterende vragen             (Wat verwacht je ervan?)

- indirecte vragen                       (Ik zou willen weten of je mee gaat)

- gesloten vragen                       (Heb je een computer bij je?)

- suggestieve vragen                (Dat vind jij toch ook niet leuk?)

- directe vragen                           (Ben je blij met je studiekeuze?)

(T) Opdracht 2

Bekijk het volgende fragment en beschrijf het volgende:

1. Wat gaat er goed in dit gesprek?

2. Wat gaat er niet goed in dit gesprek?

https://www.youtube.com/watch?v=nW0JiR6jq70

6 tips voor een goed gesprek

Wat heeft een niveau/level
met een goed gesprek te maken?

NIVEAU

Betrekking op relatie   –
en eigen belang    | 

Het examen gesprekken voeren 1

• Het examen is een dialoog. Je gesprekspartner is een docent. 
• Het examen is een dialoog, maar het initiatief ligt bij jou!
• Het gesprek moet ongeveer 8 minuten duren: 3F
  
• Het gesprek moet ongeveer 6 minuten duren: 2

Het examen gesprekken

• Je krijgt een examenboekje waarin de opdracht staat (thuis voorbereiden).
• Je mag een briefje gebruiken met steekwoorden. 
• Aanwezigen: docent Nederlands, beoordelaar/opname

De beoordeling

De beoordelaars letten op:

• Beurten nemen:
• Bijdragen aan samenhang:
• Afstemming op doel:
• Woordenschat en woordgebruik:
• Vloeiendheid en verstaanbaarheid:
• Grammatica:

Zijn er nog vragen?

Schema invullen

Examenboekje

Je ontvangt het examenboekje eenmalig.

De examenboekjes worden nu uitgedeeld.

Bereid in tweetallen een gesprekje voor en kies allebei een 'niveau' uit de Roos van Leary.

Voer nog eens zo'n gesprek.

Probeer welke niveaus 

samen in een gesprek 

werken  en welke niet.

VOORBEELDEN VAN GESPREK

BUITEN DE KLAS?

luisteren

samenvatten

doorvragen

COMMUNICATIE

Maak een groepje van 4.

- 2 personen observeren

- 2 personen voeren het gesprek 

Wat gebeurt er allemaal/zie je tijdens de communicatie?

Wissel af wie er praten en observeren.

TOEPASSEN

GESPREKSTECHNIEKEN

Voer nog een keer zo'n gesprek.
Denk nu aan de gesprekstechnieken:
luisteren, samenvatten en doorvragen.

Observanten: wat gebeurt er/wat zie je/wat is anders?

Wat kun je met deze theorie
na deze les?

Wat heb je geleerd?
Wat wil je nog leren of is onduidelijk?

TERUGBLIK

Communicatie 
zender -[boodschap]- ontvanger

Ingrediënten voor goede communicatie

- LSD: luisteren, samenvatten, doorvragen

- Houding (lichaamstaal)
- Niveau 

Opdracht 1

Doel: Je bereidt je alvast voor op het examen Gesprekken voeren.

Dit doe je door fragmenten te bekijken en de gespreksvaardigheid te beoordelen. 

Op de volgende sheet staan 6 tips voor een goede gespreksvaardigheid. Bekijk elk fragment en beoordeel welke tip hierop van toepassing is of welke tip juist niet wordt nageleefd.