G1A 09/03/2021 (tussen-n bij samenstellingen/verkleinwoorden)

G1A
09/03/2021
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 25 min

Items in this lesson

G1A
09/03/2021

Slide 1 - Slide

Vandaag 
  • Huiswerk nakijken
  • Samenstellingen met tussen-n
  • Verkleinwoordjes



Slide 2 - Slide

Tussen-n in samenstellingen 
Uitzonderingen: 
  • Als het eerste deel iets unieks is
  • Als het eerste deel geen meervoud heeft
  • Als het eerste deel een versterkend woord is (reuzegoed, stekeblind)
  • Als de samenstelling een versteende uitdrukking is

Slide 3 - Slide

Verkleinwoorden

Slide 4 - Mind map

Verkleinwoorden 
  • Worden vaak gebruikt door vrouwen (vooral met kinderen)
  • Het staat in schrijftaal niet mooi

Slide 5 - Slide

Regels (blz. 184/185)
  • Meestal schrijf je het zoals je het uitspreekt (vorkje, bodempje)
  • Woorden die eindigen op -ng schrijf je -nkje of -etje (wangetje, poginkje)
  • Woorden die enigen op een lange klinker moet de klinker verdubbelen (omaatje, colaatje)
  • Woorden die eindigen op -i voeg je een -e toe (taxietje, 
  • Bij woorden die eindigen op -y (met een medeklinker ervoor) of op -u (uitgesproken als oe) schrijf je een apostrof (haiku'tje, lolly'tje)
  • Je gebruikt ook een apostrof bij cijfer- en letterwoorden (A4'tje, wc'tje) 

Slide 6 - Slide

Het verkleinwoord van pony

Slide 7 - Open question

De samenstelling van asperge + soep

Slide 8 - Open question

Samenstelling van tarwe + brood

Slide 9 - Open question

Het verkleinwoord van koning

Slide 10 - Open question

Verkleinwoord van saté

Slide 11 - Open question

Samenstelling van huisarts + post

Slide 12 - Open question

Huiswerk nakijken


Opdracht 21, 24, 26 en 27 (blok 4)
Projecteren van antwoorden 

Slide 13 - Slide

Huiswerk 

Woensdag 11 maart 2021:
  • Maken: opdracht 28 (blz. 185)
  • Leren: tussen-n en verkleinwoorden 

Slide 14 - Slide