1.2 - A - De Renaissance



1.2 - De Renaissance

Deel I
1 / 10
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 10 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson



1.2 - De Renaissance

Deel I

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen hoe mensen anders gingen kijken naar de mens en de wereld om hen heen. 

  • Je kunt uitleggen hoe mensen weer belangstelling kregen voor de oudheid. 

Slide 2 - Slide

Planning
  • Renaissance
  • Waarom Italië? 
  • Anders denken
  • Belangstelling voor de oudheid
  • Het humanisme
    Zelfstandig werken
  • Afsluiting

Slide 3 - Slide

Renaissance
  • Betekent: wedergeboorte van de Griekse en Romeinse kunst en cultuur.

  • Periode tussen ongeveer 1450-1600.

  • Ontstaan in Italië.

  • Veranderingen in het denken van mensen, de schilderkunst en de bouwkunst. 

  • Het einde van de Middeleeuwen. 

Slide 4 - Slide

Waarom in Italië? 
  • Veel overblijfselen uit de Romeinse tijd.

  • Door handel: meer geld en contacten met andere culturen (Afrika, Midden-Oosten, Azië).

  • De kennis van de oudheid was in Europa 'vergaan', maar kwam via het Midden-Oosten weer terug naar Europa. 

Slide 5 - Slide

Anders denken over het leven en de dood
  • Memento mori (Gedenk te sterven), wordt carpe diem (Pluk de dag)

  • Mensen gaan meer leven voor het leven nu, en niet voor het leven na de dood.

  • God en geloof blijven heel erg belangrijk, maar het vertrouwen in de kerk wordt minder.

  • Het leven op aarde is belangrijk. 

Slide 6 - Slide

Belangstelling voor de oudheid 
  • Grieken en de Romeinen hadden dezelfde mentaliteit. 

  • De bouwkunst en de schilderkunst.

  • De middeleeuwen waren een donkere tussenperiode waarbij er sprake was van achteruitgang. 

  • De ware kennis lag bij de oudheid. 

Slide 7 - Slide

Het humanisme
  • Een leer die de mens centraal zet. 

  • Wel christenen maar vonden dat mensen niet alles moest doen wat de kerk vertelde. 
    Mensen moesten zelf nadenken.

  • Vertaling van de bijbel zodat mensen het Nieuwe Testament zelf konden bestuderen.

  • En dus geen geestelijke nodig hadden om de bijbel uit te leggen. 

Slide 8 - Slide


De opdracht

  • Gezamenlijk lezen. 
  • Ga aan de slag het schema in tweetallen. Zet eerst een kruisje bij het juiste tijdvak, noteer daarna ook of de uitspraak voor onze tijd geldt.
  • We gaan de antwoorden bespreken. 
  • Ben je klaar? Ga verder met opdracht 2. Ook klaar? Maak dan opdracht 4 en 5 op pagina 27.

Slide 9 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen hoe mensen anders gingen kijken naar de mens en de wereld om hen heen. 

  • Je kunt uitleggen hoe mensen weer belangstelling kregen voor de oudheid. 

Slide 10 - Slide