§ 5 Persoonlijk en bezittelijk voornaamwoord (L3)

Nederlands
Woensdag 11-10-'23
1 / 23
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Nederlands
Woensdag 11-10-'23

Slide 1 - Slide

Planning
1. Lezen
2. Nabespreken
3. Huiswerk 
4. Aan de slag 
5. Afsluiten

Slide 2 - Slide

Lezen
timer
10:00

Slide 3 - Slide

Nakijken 
Pak je leerwerkboek, je schrift en een pen erbij. 

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Laten we nog even samen oefenen. Pak je iPad erbij en log in via Lesson up! 

Slide 10 - Slide

Zij heeft aan hem verkering gevraagd.

Het persoonlijk voornaamwoord is /
de persoonlijke voornaamwoorden zijn...
A
Zij
B
Zij, aan
C
hem
D
zij hem

Slide 11 - Quiz

Weet je nog wat persoonlijke voornaamwoorden zijn? Zoek het persoonlijk voornaamwoord.
A
hem
B
ik
C
haar
D
mijn

Slide 12 - Quiz

Wat is een persoonlijk voornaamwoord?
A
Mijn, jouw, haar, uw, ons, jullie etc.
B
Ik, jij, hij, zij, wij, jullie etc.
C
Wijst iets aan: deze, die, dit en dat
D
Plakt twee zinnen aan elkaar

Slide 13 - Quiz

Is 'hij' een persoonlijk voornaamwoord?
A
Ja
B
Nee

Slide 14 - Quiz

Zij kamt haar haar voor de spiegel.

Het persoonlijk voornaamwoord is... /
De persoonlijke voornaamwoorden zijn...
A
Zij
B
Zij, haar
C
Zij, haar, haar
D
haar

Slide 15 - Quiz

Persoonlijk voornaamwoord
A
hij
B
die
C
welke
D
hem

Slide 16 - Quiz

Ik heb ze van Madelon geleend.

het persoonlijk voornaamwoord is / de persoonlijke voornaamwoorden zijn...
A
ik
B
ze
C
Madelon
D
ik / ze

Slide 17 - Quiz

Haar is altijd een persoonlijk voornaamwoord.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 18 - Quiz

Ga naar: 
§ 5 WS Persoonlijk en bezittelijk voornaamwoord
Cursus 5 Grammatica

Slide 19 - Slide

Huiswerk 
Donderdag 12-10-23
Maak de oefentoets van Grammatica § 3 en § 5.

Slide 20 - Slide

Aan de slag!
Ga zelfstandig aan de slag met de oefentoetsen. 
Grammatica § 3, § 5 en § 7 

Ben je klaar? Mag je iets voor jezelf doen. iPad plat op de tafel. 

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Fijne vakantie! 

Slide 23 - Slide