2.7 grammatica start

2.7 grammatica start
Wat gaan we doen?

Deze les herhalen we de woordsoorten. 
Aan het einde van les kun je de volgende woordsoorten herkennen en benoemen:
LW, ZN, BN, VZ, Pers vnw, Bez vnw
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 2

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

2.7 grammatica start
Wat gaan we doen?

Deze les herhalen we de woordsoorten. 
Aan het einde van les kun je de volgende woordsoorten herkennen en benoemen:
LW, ZN, BN, VZ, Pers vnw, Bez vnw

Slide 1 - Slide


Wat is een lidwoord?
A
Wat iemand kan
B
de, het, een
C
namen en mensen
D
Wie of wat

Slide 2 - Quiz



Wat is een zelfstandig naamwoord?
A
een naam
B
zelfde als 'de, het, een'
C
mens, dier, plant of ding
D
wat je doet

Slide 3 - Quiz

Welke voorzetsels              ken je?

Slide 4 - Mind map

'Veel ' en 'weinig' zijn bijvoeglijk naamwoorden. Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over
A
een zelfstandig naamwoord
B
een werkwoord

Slide 5 - Quiz

Herhaling woordsoorten
(deze zijn net voorbij gekomen)

Lidwoord: de, het, een
Zelfstandig naamwoord: Mensen, Dieren, Planten, Dingen + namen en gevoelens (man, hond, cactus, boek, Jan, liefde)
Voorzetsel: in, op, met, van ... 
Bijvoeglijk naamwoord: de RODE auto, de OUDE man

Slide 6 - Slide

Weet je nog wat persoonlijke voornaamwoorden zijn? Zoek het persoonlijk voornaamwoord.
A
hem
B
ik
C
haar
D
mijn

Slide 7 - Quiz

Zij kamt haar haar voor de spiegel.

Het persoonlijk voornaamwoord is... /
De persoonlijke voornaamwoorden zijn...
A
Zij
B
Zij, haar
C
Zij, haar, haar
D
haar

Slide 8 - Quiz

Ik heb ze van Madelon geleend.

het persoonlijk voornaamwoord is / de persoonlijke voornaamwoorden zijn...
A
ik
B
ze
C
Madelon
D
ik / ze

Slide 9 - Quiz

Zij heeft aan hem verkering gevraagd.

Het persoonlijk voornaamwoord is /
de persoonlijke voornaamwoorden zijn...
A
Zij
B
Zij, aan
C
hem
D
zij hem

Slide 10 - Quiz

Weet je nog wat bezittelijke voornaamwoorden zijn? Zoek het bezittelijk voornaamwoord.
A
hem
B
ik
C
wij
D
mijn

Slide 11 - Quiz

Een bezittelijk voornaamwoord geeft aan dat iets van iemand is. Welke van deze woorden is een bezittelijk voornaamwoord?
A
mij
B
mijn

Slide 12 - Quiz

Persoonlijk voornaamwoorden 

ik
 je/u
hij, haar, het
ons
 jullie
hen
Bezittelijk voornaamwoorden 

mijn
 jouw/je/uw 
zijn, haar
 onze
 jullie/uw 
hun

Slide 13 - Slide

Aan de slag!

Maken: 
2.7 grammatica
Opdracht 1-1, 5, 6, 7 + 8

Zelf nakijken! 
Als je klaar bent met nakijken, pak je even een leesboek. 
timer
1:00

Slide 14 - Slide