Beeldspraak les 2 havo/vwo 3

Wat gaan we deze les doen?
Terugblik vorige les
Nieuwe begrippen + oefening
  • Antithese (tegenstelling)
  • Repetitio (herhaling)
  • Enumeratie (opsomming)
  • Hyperbool (overdrijving)
Oefenen met stijlguren. Oefenstencil en cambiumned.nl
Les afsluiten
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Wat gaan we deze les doen?
Terugblik vorige les
Nieuwe begrippen + oefening
  • Antithese (tegenstelling)
  • Repetitio (herhaling)
  • Enumeratie (opsomming)
  • Hyperbool (overdrijving)
Oefenen met stijlguren. Oefenstencil en cambiumned.nl
Les afsluiten

Slide 1 - Slide

Lesdoelen beeldspraak - les 2
Ik weet wat een antithese is en kan deze herkennen in een tekst.
Ik weet wat een repetitio is en kan deze herkennen in een tekst
Ik weet wat een enumeratie is en kan deze herkennen in een tekst
Ik weet wat een hyperbool is en kan deze herkennen in een tekst

Slide 2 - Slide

Welke begrippen + betekenis weet je nog van vorige les?

Slide 3 - Mind map

1. Antithese (tegenstelling) = twee woorden of zinnen die in hun betekenis tegengesteld zijn.
Komt uit het Grieks (anti= tegen, these= stelling/plaatsing)

Voorbeeld:
Vriendelijker schijn bij vijanderlijker haat.
Wij steunen elkaar door dik en dun.

Slide 4 - Slide

Schrijf van onderstaande zinnen de antithese op.

Met het fijnste herstel voor de grofste vernieling.
Wat bitterder gemoed bij zoetere liefde.

Slide 5 - Open question

2. Repetitio (herhaling) = een woord of woordgroep wordt een of meerdere keren herhaald.
Voorbeeld:
In die grijze tuin moet het oorlog zijn geweest / in die man, die vrouw, dat kind / in dat grijze gras onder die grijs bloeiende boom. (Rutger Kopland)

Drommels, drommels en nog eens drommels! (Bassie en Adriaan, de Baron)

Slide 6 - Slide

Bedenk nu samen of alleen een zin met daarin één of meerdere repetitio('s).

Slide 7 - Open question

3. Enumeratie (opsomming) = een opsomming die uit minstens drie delen bestaat.
Iedere maandag half negen - zomer, herst, winter, lente - zwemmen (Leendert Witvliet)

Ik zie door 't zijraam de oprijlaan, de brug, de wandelaars, de miniature koetsen (M. Nijhoff)

Slide 8 - Slide

Welke enumeratie zie je? En welke vergelijking wordt gemaakt?

Slide 9 - Open question

4. Hyperbool (overdrijving) = iets wordt groter en overdrevener gezegd dan het in werkelijkheid is.
Voorbeeld

Ik ben in één seconde terug.

Ik verveel me dood.

Slide 10 - Slide

Zeg jij wel eens iets wat compleet overdreven is? Noem eens een voorbeeld? Overleg met je buur.

Slide 11 - Open question

Wat ga je nu doen?
  1. Je kunt oefenen op www.cambiumned.nl --> oefenen --> stijl --> oefeningen tegenstellingen, vergelijkingen of beeldspraak
  2. Maak het oefenstencil dat je van me krijgt. Dat mag in tweetallen!
We gaan straks de les nog afsluiten, dus sluit de LessonUp nog niet af.

Slide 12 - Slide

Welke nieuwe lesstof heb je geleerd deze les?

Slide 13 - Mind map