Begeleiden, les 25, leerjaar 2

Behandeling en begeleiding bij psychotische stoornissen
P-K1-W2
 

1 / 39
next
Slide 1: Slide
BegeleidenMBOStudiejaar 2

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Behandeling en begeleiding bij psychotische stoornissen
P-K1-W2
 

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat gaan we doen?
- AWR
- filmpje
- terugblik en vooruitblik
- Leerdoelen
- Aan de slag
- Leerdoelen behaald?
- Volgende week
- Opdracht Thieme Meulenhoff
- Hoe vond je de les?




Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Slide 3 - Video

This item has no instructions

Terugblik & Vooruitblik
Vorige les hebben we het over de basis van begeleiden gehad

Vandaag gaan we het hebben over behandeling en begeleiding bij psychotische stoornissen

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
- Aan het eind van de les kan je vertellen hoe het herstel van een psychose verloopt
- Aan het eind van de les kan je vertellen hoe je de juiste begeleiding kunt geven bij psychoses
- Aan het eind van de les kan je meer vertellen over verschillende behandelingen bij psychotische stoornissen

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

De volgende onderwerpen komen aan bod
  • herstel van een psychose;
  • medicatie: antipsychotica;
  • psychosociale interventies;
  • begeleiding tijdens psychoses;
  • dagelijks functioneren;
  • contact en communicatie;
  • aandacht voor gezondheid en welzijn;










Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Video

This item has no instructions

Herstel van een psychose
  • duurt ongeveer een jaar
  • ongeveer 25% geneest volledig
  • 25% heeft een chronische psychose
  • veel cliënten plegen suïcide
  • cliënt heeft weinig ziektebesef
  • bij diagnose schizofrenie is de prognose erg onduidelijk



Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Medicatie
Wanneer een cliënt psychotisch is, is die psychose eigenlijk alleen te beïnvloeden met antipsychotica. Het maakt niet uit of sprake is van schizofrenie, een schizofreniforme stoornis of een schizoaffectieve stoornis.
Wanneer er kenmerken zijn die wijzen op een stemmingsstoornis (schizoaffectieve stoornis), dan kan de behandelend arts besluiten daar ook specifieke medicijnen voor voor te schrijven.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Antipsychotica
Antipsychotica zijn medicijnen die de verschijnselen van een psychose bestrijden en bijvoorbeeld angstwerend en/of prikkeldempend werken.
Er zijn tal van antipsychotica beschikbaar. Er komen ook steeds nieuwe, betere antipsychotica bij.
De medicijnen hebben geen genezende werking: ze pakken de oorzaak van de psychose dus niet aan. Ook kunnen antipsychotica de negatieve symptomen van een psychose, zoals lusteloosheid en teruggetrokken gedrag, niet wegnemen.










Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Bijwerkingen
  • veel speeksel of juist een droge mond;
  • droge ogen;
  • gewichtstoename;
  • maag-darmklachten zoals misselijkheid, diarree en obstipatie;
  • slaperigheid;
  • verminderd reactievermogen;
  • concentratieproblemen;
  • slecht dichtbij zien (moeilijk lezen);
  • plotselinge bloeddrukdalingen;
  • spierkrampen;
  • bewegingsstoornissen, waaronder bewegingsdrang en parkinsonisme (parkinson-achtige verschijnselen);
  • duizeligheid;
  • een onregelmatige menstruatie;
  • minder zin in seks;
  • ongewild urineverlies.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Typen antipsychotica en toedieningsvormen
Er zijn twee verschillende typen antipsychotica:
  1. klassieke
  2. atypische
De nieuwere, atypische antipsychotica veroorzaken minder bewegingsstoornissen dan de oudere, klassieke middelen maar hebben soms andere bijwerkingen, zoals meer eetlust, gewichtstoename en moeite met opstaan. Over de resultaten en de bijwerkingen op lange termijn is nog niet zo veel bekend.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Antipsychotica kunnen in de vorm van pillen, dispers of druppels worden ingenomen (oraal), of door een injectie in de spier worden toegediend (intramusculair). Er is medicatie die dagelijks ingenomen dient te worden. Er zijn ook wekelijkse varianten voorhanden. De zogenoemde depotmedicatie is een injectie met een langdurige werking, die om de een tot vier weken gegeven kan worden. Deze vorm van toediening heeft als voordeel dat er zekerheid is dat de cliënt de juiste dosering krijgt.

Dit is een groot pluspunt, omdat cliënten met psychotische stoornissen veelal medicatie-ontrouw zijn.

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

De belangrijkste redenen voor het niet trouw innemen van antipsychotica zijn:
  • cliënten denken de antipsychotica niet meer nodig te hebben;
  • cliënten vertrouwen de medicatie niet;
  • cliënten hebben veel last van de bijwerkingen;
  • cliënten hebben last van planningsproblemen;
  • cliënten hebben acceptatieproblematiek: ze willen terug naar het leven voor de psychose.



Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Aandachtspunten bij medicijninname
  • onderken dat cliënt geen medicatie wil
  • wees op de hoogte van de bijwerkingen
  • leg rustig uit waarom ze nodig zijn
  • toon begrip

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Afbouwen van medicijnen
De bijwerkingen van de medicijnen kunnen de reden zijn dat de cliënt wil stoppen met antipsychotica.
In die gevallen moet je de cliënt dringend adviseren om het afbouwen van antipsychotica (en andere medicijnen) altijd te laten plaatsvinden onder begeleiding van de behandelend arts. De arts kan helpen bij het opstellen van een afbouwschema.

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Psychosociale interventies
Psychosociale interventie
Enkelvoudige, concrete, methodische actie, bijvoorbeeld een therapie of een vorm van educatie, die erop gericht is om de cliënt inzicht te geven in zijn ziekte.
  • cognitieve gedragstherapie 
  • psycho-educatie.

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Cognitieve gedragstherapie
Cognitieve (gedrags)therapie richt zich op de verwerking van informatie, de meest kwetsbare plek van een cliënt met schizofrenie. Leren van nieuw denken en gedrag staat centraal. Een cliënt leert hoe hij meer controle kan uitoefenen op zijn gedachten, waardoor hij zich prettiger kan voelen en vrijer kan gedragen.

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Begeleiding tijdens psychoses
  • Wees eerlijk en open over alles wat je doet
  • Wijs een contactpersoon aan
  • Maak gebruik van het crisisplan
  • Motiveer de cliënt om vrijwillig professionele hulp te zoeken
  • Ga niet in discussie en neem waar nodig afstand
  • Leg aan eventuele kinderen uit dat mama/papa in de war is en hulp nodig heeft
  • Creëer zo veel mogelijk rust
  • Neem de leiding en wees duidelijk
  • Bied ruimte om te praten, te ventileren en te bewegen
  • Zorg ook voor jezelf!
  • Leer signalen herkennen

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Dagelijks functioneren
Schizofrenie gaat samen met een achteruitgang in het functioneren. Schizofrenie is een chronische ziekte die blijvende tekortkomingen veroorzaakt in het dagelijks functioneren.
Na een psychose is het belangrijk dat de cliënt stap voor stap de draad van zijn leven weer oppakt. Samen met de psychiater, zijn familie en/of het behandelteam maakt de cliënt een toekomstplan.
Belangrijk hierbij:
  • zinvolle dagbesteding
  • structuur en regelmaat
  • vermijden van stress


Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Contact en communicatie
Het klinkt vanzelfsprekend, maar contact is een belangrijk aandachtspunt in de begeleiding van cliënten met psychotische stoornissen. Voor veel cliënten met psychotische stoornissen is contact aangaan en onderhouden, lastig. Als agogisch medewerker GGZ zet je daarom actief in op contact. Je neemt initiatief tot contact en je laat daarbij duidelijk merken dat je contact waardevol en nodig vindt.

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Expressed emotion (EE)
EE. De mate waarin kritiek, vijandigheid of emotionele overbetrokkenheid wordt geuit naar een persoon.

voorbeelden
Kritiek: ‘Iedere keer opnieuw moet ik je weer vragen of je erop wilt letten de afwas meteen te doen. En zelfs als ik het je vraag, doe je het de helft van de tijd nog niet.’
Vijandigheid: ‘Ik weet niet of je ooit nog gaat reageren, maar als je denkt dat ik alle tijd van de wereld heb en dat jij de enige cliënt bent, heb je het goed mis.’
Overbetrokkenheid: ‘Het is ongelooflijk erg wat je overkomen is. Het is natuurlijk ook heel erg voor je ouders. Zo rot, hè, zij willen zo graag dat je weer beter wordt.’
Te veel warmte, te veel positiviteit: ‘Hé, joh, dat heb je echt supergoed gedaan. Echt geweldig. Wow! Dat had je zelf toch ook niet gedacht, een maand terug. Geef me de vijf!’



Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Aandacht voor gezondheid en welzijn
  • Voeding en eetpatroon (inclusief koffie en energiedranken)
  • Bewegen en sport
  • Welbevinden en ontspanning (de balans tussen belasting en belastbaarheid)
  • Middelengebruik (tabak, alcohol, koffie, medicatie zonder recept, drugs)
  • Slapen (dag- en nachtritme, opstaan)
  • Seksueel gedrag en SOA-preventie
  • Hygiëne (waaronder mondhygiëne)





Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Psycho-educatie
Psycho-educatie is bij ernstige psychotische stoornissen nodig, omdat cliënten vaak een gebrekkig ziekte-inzicht hebben en ze vaak niet goed meewerken aan de behandeling.

De achterliggende gedachte van psycho-educatie bij cliënten met psychotische stoornissen is dat meer kennis en inzicht leidt tot een betere omgang met de ziekte. Met als gevolg: een betere kwaliteit van leven en een hogere levensverwachting. Bovendien kunnen kennis en inzicht leiden tot meer controle en veiligheid, en vermindering van stress.

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Kan iedereen een psychose krijgen?
A
NEE
B
JA

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

11. Bij Psycho-Educatie leer je omgaan met je eigen beperking door het aanleren van vaardigheden.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

Wat is psycho educatie?
A
Uitleg over gedragsstoornissen
B
Uitleg over psychiatrische problemen
C
Uitleg over werking van medicijnen
D
Alle drie

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het verschil tussen een psychose en schizofrenie
A
Er is geen verschil
B
Psychose kan eenmalig zijn
C
Schizofrenie is chronisch
D
Schizofrenie is gespleten persoonlijkheid psychose niet.

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

Welke bijwerking komt niet voor bij antipsychotica?
A
Gewichtstoename
B
Huiduitslag
C
Parkinsonisme
D
Slaperigheid

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

Bij een psychose leeft iemand in een onwerkelijke wereld
A
juist
B
onjuist

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions

Psycho-educatie geef je aan zorgvragers die...
A
Geen ziekte-inzicht willen of hebben
B
In een crisissituatie zitten
C
Naar buiten willen
D
Ziekte-inzicht willen of hebben

Slide 32 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een bijwerking van antipsychotica
A
wazig zien
B
droge ogen
C
weet ik niet

Slide 33 - Quiz

Anticholinerge bijwerkingen zijn typisch voor antipsychotica en antidepressiva: droge mond, obstipatie, wazig zien en moeite met plassen spier stijfheid, lage bloeddruk bij verandering van houding
Het gebruik van drugs kan een psychose uitlokken.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 34 - Quiz

This item has no instructions

Is een psychose tijdelijk of blijvend?
A
Tijdelijk
B
Blijvend

Slide 35 - Quiz

This item has no instructions

Leerdoelen behaald?
- Aan het eind van de les kan je vertellen hoe het herstel van een psychose verloopt
- Aan het eind van de les kan je vertellen hoe je de juiste begeleiding kunt geven bij psychoses
- Aan het eind van de les kan je meer vertellen over verschillende behandelingen bij psychotische stoornissen

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Opdrachten:

- Thieme Meulenhoff: boek: Agogisch Medewerker GGZ, thema 3.7 opdrachten 1 t/m 8

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Volgende week
Volgende week gaan we het hebben over maatschappelijke ontwikkelingen

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Wat vonden jullie van deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 39 - Poll

This item has no instructions