Les 7 19092019

Bonjour!
Jeudi, le 19 septembre
1 / 22
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Bonjour!
Jeudi, le 19 septembre

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Le pronom possessif
Je krijgt zo meteen een aantal opgaven. 
Kies elke keer het juiste antwoord:

Slide 3 - Slide

C'est la mère d'Olivier, c'est sa mère.
A
Goed
B
Fout

Slide 4 - Quiz

C'est le stylo de Fleur. C'est sa stylo.
A
Goed
B
Fout

Slide 5 - Quiz

Het bezittelijk voornaamwoord kijkt naar de persoon van wie het is.
A
Goed
B
Fout

Slide 6 - Quiz

Je kijkt naar mannelijk of vrouwelijk van het zelfs. nw. om het juiste bezittelijk voornaamwoord te bepalen.
A
Goed
B
Fout

Slide 7 - Quiz

Dit onderdeel is herhaling.
A
Klopt!
B
Misschien
C
Nee, nog nooit behandeld.
D
Zou kunnen, maar ik weet het niet zo goed meer.

Slide 8 - Quiz

In het Nederlands werkt het net even anders.
A
Klopt!
B
Nee hoor, precies hetzelfde.

Slide 9 - Quiz

Ik vind dit een lastig onderdeel.
A
Nee, ik snap het, ik kan aan de slag.
B
Ja, graag meer uitleg.

Slide 10 - Quiz

Jij begrijpt het?
Je kunt aan de slag met de volgende oefeningen:
Exercice 13 + 14
Extra: 15 (verdiepingsopdracht)
En ben je klaar? Ga online in de methode de bronnen A + B + C oefenen.

Slide 11 - Slide

Jij begrijpt het nog niet
Een bezittelijk voornaamwoord geeft aan dat IETS van IEMAND is. Bijvoorbeeld:
Vonk is MIJN kat.
Jij weet nu dat Vonk bij mij hoort, dus van mij is.

Slide 12 - Slide

Voilà Vonk!


Vonk est MON chat.

Slide 13 - Slide

Vervolg
In het Frans leidt je de vorm van het bezittelijk voornaamwoord af van het zelfstandig naamwoord waar het bij hoort. Het neemt dus eigenlijk de plaats in van het lidwoord.

In mijn voorbeeld hangt het woordje MON niet af van mij als eigenaresse van Vonk maar van het geslacht van het zelfstandig naamwoord: le chat = mannelijk = mon chat.

Slide 14 - Slide

Vervolg
Hij komt uit het asiel, hij had dus ook jouw kat kunnen zijn:
Voilà Vonk, Vonk est TON chat.

Of van hem of van haar:
Voilà Vonk, Vonk est SON chat.
Het maakt hier niet uit of het hem of haar is, want ik kijk immers naar mannelijk of vrouwelijk: LE chat

Slide 15 - Slide

Vervolg
We hebben nu alleen nog maar de mannelijke enkelvoud vormen gebruikt. Er zijn er natuurlijk nog meer. Je hebt namelijk ook de vrouwelijke vormen bij alle LA-woorden. En je hebt het meervoud. Alle woorden waar LES als lidwoord bij staat.
Op de volgende dia zie je alle vormen.

Slide 16 - Slide

Vervolg
mon            ma              mes (mijn)
ton              ta                 tes   (jouw)
son             sa                ses   (zijn of haar)

           notre                    nos  (ons)
           votre                     vos  (jullie of uw)
           leur                        leurs (hun)

Slide 17 - Slide

Zijn er nog vragen?

Slide 18 - Open question

Jij begrijpt het?
Je kunt aan de slag met de volgende oefeningen:
Exercice 13 + 14
Extra: 15 (verdiepingsopdracht)

Slide 19 - Slide

Les devoirs pour vendredi 20 septembre

Apprends: Vocabulaire A + B NFFN
Apprends: Grammaire C (bezittelijk voornaamwoord)
Fais: Exercice 13 + 14

Slide 20 - Slide

Les devoirs pour vendredi 20 septembre:
Apprends: Vocabulaire A FN-NF / Vocabulaire B FN-NF
Apprends: Grammaire C: Bezittelijk voornaamwoord
Fais: Exercice 13 + 14

Slide 21 - Slide

Wat is het belangrijkste dat JIJ hebt geleerd deze les?

Slide 22 - Open question