v5 ft §13.1, 13.2 en 13.5

Formatieve toets §13.1, 13.2 en 13.5
Het zenuwstelsel en de cellen van het zenuwstelsel.
Je krijgt dadelijk 52 vragen te beantwoorden; voor elke vraag is de antwoordtijd beperkt; je mag/moet je binas gebruiken; scoor je <80% goed, dan krijg je een herkansing, net zo vaak tot je >80% scoort
1 / 53
next
Slide 1: Slide
biologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 53 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

Formatieve toets §13.1, 13.2 en 13.5
Het zenuwstelsel en de cellen van het zenuwstelsel.
Je krijgt dadelijk 52 vragen te beantwoorden; voor elke vraag is de antwoordtijd beperkt; je mag/moet je binas gebruiken; scoor je <80% goed, dan krijg je een herkansing, net zo vaak tot je >80% scoort

Slide 1 - Slide

Binas 88B - Het centrale zenuwstelsel is een onderdeel van de ... indeling.
A
anatomische
B
functionele
C
perifere
D
animale

Slide 2 - Quiz

Binas 88B - Het perifere zenuwstelsel is een onderdeel van de ... indeling.
A
anatomische
B
functionele
C
perifere
D
centrale

Slide 3 - Quiz

Binas 88B - Het motorische zenuwstelsel is een onderdeel van het ... zenuwstelsel.
A
anatomische
B
functionele
C
perifere
D
animale

Slide 4 - Quiz

Binas 88B - Het animale zenuwstelsel is een onderdeel van de ... indeling van het zenuwstelsel.
A
anatomische
B
functionele
C
perifere
D
centrale

Slide 5 - Quiz

Binas 88B - Het orthosympatische zenuwstelsel is een onderdeel van het ... zenuwstelsel.

A
autonome
B
functionele
C
perifere
D
animale

Slide 6 - Quiz

Binas 88B - Het ruggenmerg is een onderdeel van het ... zenuwstelsel.

A
autonome
B
functionele
C
anatomische
D
centrale

Slide 7 - Quiz

Binas 88B - Het ruggenmerg is een onderdeel van de ... indeling.

A
autonome
B
functionele
C
anatomische
D
centrale

Slide 8 - Quiz

Binas 88B, 88C1 - In Binas 88B staan verschillende manieren om het zenuwstelsel in te delen.
Welk deel van het zenuwstelsel is in Binas 88C1 afgebeeld?
A
hersenen
B
centraal zenuwstelsel
C
animaal zenuwstelsel
D
sensorisch zenuwstelsel

Slide 9 - Quiz

In de hersenen kun je witte en grijze stof onderscheiden. Waarvan zijn die kleuren afkomstig?
A
grijs is vet en wit is cellichamen
B
grijs bindweefsel en wit is vet
C
wit is bindweefsel en grijs is vet
D
wit is vet en grijs is cellichamen

Slide 10 - Quiz

Binas 88C1 - De verschillende delen van de hersenen zijn met verschillende kleuren aangegeven. Welk deel is aangegeven met grijs?
A
grote hersenen
B
hersenstam en hersenbalk
C
grote hersenen en hersenbalk
D
de hersenbalk

Slide 11 - Quiz

De hersenen worden beschermd door ... vlies/vliezen.
A
één
B
twee
C
drie
D
vier

Slide 12 - Quiz

De hersenvloeistof beschermt de hersenen tegen schokken.

A
welles
B
nietes

Slide 13 - Quiz

Cellen in het zenuwstelsel. Astrocyten vormen uitlopers aan de binnenkant van haarvaten.
A
welles
B
nietes

Slide 14 - Quiz

De bloed-hersenbarrière beschermt de hersenen tegen ongewenste stoffen.
A
welles
B
nietes

Slide 15 - Quiz

Medicijnen kunnen de bloed-hersenbarrière makkelijke passeren.
A
welles
B
nietes

Slide 16 - Quiz

Binas 88C2 - Elk deel van de hersenen heeft een bepaalde functie. Welke twee delen van de hersenen gebruik je voor het uitspreken en begrijpen van gesproken taal?
A
gebied van Broca en akoestische schors
B
gebied van Broca en gebied van Wernicke
C
gebied van Wernicke en akoestische schors
D
akoestische schors en motorische schors

Slide 17 - Quiz

Binas 88C2 - Welk deel van het taalcentrum ontwikkeld zich later?
A
gebied van Broca later dan gebied van Wernicke
B
gebied van Wernicke later dan gebied van Broca en
C
akoestische schors later dan gebied van Wernicke
D
akoestische schors later dan gebied van Broca

Slide 18 - Quiz

Binas 88C3 - Ongeveer de helft van de primaire motorische schors is verbonden met het gezicht. Wat betekent dit voor het gezicht?
A
er zijn veel zenuwen
B
er zijn veel spieren
C
er zijn veel schakelcellen
D
er zijn veel zintuigcellen

Slide 19 - Quiz

Binas 88C3 - Welk lichaamsdeel is het meest gevoelig?
A
de penis
B
de lippen
C
de vingers
D
de voeten

Slide 20 - Quiz

De hypofyse stuurt de hypothalamus aan via hormonen.

A
welles
B
nietes

Slide 21 - Quiz

De biologische klok in de hypothalamus regelt het dag-nacht ritme.
A
welles
B
nietes

Slide 22 - Quiz

De hypothalamus is belangrijk in het regelen van de homeostase.
A
welles
B
nietes

Slide 23 - Quiz

Door een verstoorde thermostaat in de hypothalamus ontstaat een jetlag.
A
welles
B
nietes

Slide 24 - Quiz

Binas 88J, 88K - Je ziet verschillende typen zenuwcellen in het ruggenmerg. Waar ligt het cellichaam van een sensorische zenuwcel en waar dat van een motorische zenuwcel?
A
sensorisch binnen en motorisch buiten het ruggenmerg
B
sensorisch buiten en motorisch buiten het ruggenmerg
C
sensorisch buiten en motorisch binnen het ruggenmerg
D
sensorisch binnen en motorisch binnen het ruggenmerg

Slide 25 - Quiz

Binas 88A - Bij de sensorische zenuwcel is de axon langer dan de dendriet.
A
welles
B
nietes

Slide 26 - Quiz

Binas 88A - De impulsen in een motorische zenuwcel starten bij de spier.
A
welles
B
nietes

Slide 27 - Quiz

Binas 88A - De motorische eindplaat is verbonden met een zintuig in de huid.
A
welles
B
nietes

Slide 28 - Quiz

Binas 88A - De motorische zenuwcel krijgt de impuls van de schakelcel.
A
welles
B
nietes

Slide 29 - Quiz

Binas 88A - De richting van de impulsoverdracht gaat van de dendriet langs het cellichaam naar het axon.
A
welles
B
nietes

Slide 30 - Quiz

Binas 88A - De sensorische zenuwcel is via een synaptisch eindknopje verbonden met een schakelcel.
A
welles
B
nietes

Slide 31 - Quiz

Binas 88C1. De linkerhelft van het lichaam is verbonden met de rechter hersenhelft en andersom. In welk gedeelte van de hersenen kruisen de zenuwbanen?
A
pons
B
hersenbalk
C
verlengde merg
D
middenhersenen

Slide 32 - Quiz

Binas 88C1. De linker en rechter hersenhelft communiceren met elkaar via ... .
A
de pons
B
de hersenbalk
C
het verlengde merg
D
de middenhersenen

Slide 33 - Quiz

Binas 88C1. De grote en kleine hersenen communiceren met elkaar via ... .
A
de pons
B
de hersenbalk
C
het verlengde merg
D
de middenhersenen

Slide 34 - Quiz

Bij een reflex reageer je voordat je waarneemt (bewust wordt).

A
welles
B
nietes

Slide 35 - Quiz

Binas 88J. Schakelneuronen of schakelcellen spelen een rol in reflexen en bewuste acties.
A
welles
B
nietes

Slide 36 - Quiz

Binas 88L. De reflex van watertanden gaat via het ruggenmerg.

A
welles
B
nietes

Slide 37 - Quiz

Bij een reflex gebruik je de hersenschors.
A
welles
B
nietes

Slide 38 - Quiz

De hoestreflex is een aangeboren reflex.
A
welles
B
nietes

Slide 39 - Quiz

Leren pianospelen is een voorbeeld van een motorprogramma.
A
welles
B
nietes

Slide 40 - Quiz

In het ruggenmerg liggen cellichamen van ...
neuronen.
A
schakel- en motorische
B
schakel- en sensorische
C
schakel-, motorische en sensorische
D
schakel-

Slide 41 - Quiz

In het ruggenmerg kun je witte en grijze stof onderscheiden. Waarvan zijn die kleuren afkomstig?
A
grijs is vet en wit is cellichamen
B
grijs bindweefsel en wit is vet
C
wit is bindweefsel en grijs is vet
D
wit is vet en grijs is cellichamen

Slide 42 - Quiz

In de spinale ganglia liggen de cellichamen van ... neuronen.

A
motorische
B
sensorische
C
motorische en sensorische
D
schakel- en sensorische

Slide 43 - Quiz

Impulsen van het centrale zenuwstelsel bereiken spieren via ... neuronen.

A
motorische
B
sensorische
C
motorische en sensorische
D
schakel- en motrorische

Slide 44 - Quiz

Motorische neuronen staan in verbinding met
A
spieren
B
klieren
C
spieren en klieren

Slide 45 - Quiz

Sensorische neuronen kunnen heel lange ... hebben.
A
axonen
B
dendrieten

Slide 46 - Quiz

Zintuigcellen vervoeren hun impulsen via ... neuronen.

A
motorische
B
sensorische
C
schakel-

Slide 47 - Quiz

De zenuwen die de oogspieren besturen bevatten alleen motorische neuronen.

A
welles
B
nietes

Slide 48 - Quiz

De reukzenuwen bevatten alleen sensorische neuronen.

A
welles
B
nietes

Slide 49 - Quiz

In gemengde zenuwen lopen de impulsen in dezelfde richting.

A
welles
B
nietes

Slide 50 - Quiz

Behalve neuronen komen in het zenuwstelsel ondersteunende cellen voor, de gliacellen.
Welke zijn gliacellen: 1 astrocyten, 2 Schwanncellen, 3 epidymcellen, 4 oligodendrocyten, 5 schakelcellen
A
1 , 3 en 4
B
2, 4 en 5
C
1, 2, 3 en 4
D
2, 3, 4 en 5

Slide 51 - Quiz

Welke gliacellen hebben een vergelijkbare functie in het zenuwstelsel?
A
astrocyten en Schwanncellen
B
epidymcellen en Schwanncellen
C
epidymcellen en oligodendrocyten
D
astrocyten en oligodendrocyten

Slide 52 - Quiz

Welke gliacellen hebben een vergelijkbare functie in het zenuwstelsel?
A
Schwanncellen en astrocyten
B
epidymcellen en oligodendrocyten
C
epidymcellen en astrocyten
D
Schwanncellen en oligodendrocyten

Slide 53 - Quiz