Recensie les 3 3gvaa

Goedemorgen!
- ga rustig zitten, volgens de plattegrond
- doe je telefoon in de telefoontas
- berg je eten op
- doe je jas uit
- leg je schrift, lees- en lesboek en pen op je tafel

Geen laptop op tafel.
1 / 38
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 38 slides, with text slides and 8 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Goedemorgen!
- ga rustig zitten, volgens de plattegrond
- doe je telefoon in de telefoontas
- berg je eten op
- doe je jas uit
- leg je schrift, lees- en lesboek en pen op je tafel

Geen laptop op tafel.

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Regels tijdens de les
-  We volgen de plattegrond zoals hij is.
-  In elke les is er tijd voor Zelfstandig werken in Stilte (ZS). Het is dan echt helemaal stil.
- Bij het verstoren van de les wordt je naam genoteerd op het bord. Staat je naam er aan het eind van de les nog: dan kom je naar de docent. Mogelijk volgt het maken van strafwerk.
- Werkhouding wordt elke les genoteerd. 

Slide 3 - Slide

timer
10:00

Slide 4 - Slide

Startopdracht
Start in stilte (ZS) aan je werkblad.
Na 7 minuten mag je een paar minuten fluisterend samenwerken.

timer
7:00

Slide 5 - Slide

Programma tot de toetsweek (4 lessen)
- je mag lezen in je leesboek
- je gaat met elkaar in gesprek over de gelezen boeken
- je leert over en oefent met schrijven van een recensie
- je oefent met schrijftips (spelling etc)

In de toetsweek schrijf je een recensie over je twee boeken (periode 2 en 3).

Slide 6 - Slide

Doelen van vandaag
- je hebt nagedacht over kenmerken van je boeken
- je hebt in groepjes gesproken over boek je boek periode 2
- je hebt geoefend met werkwoordspelling
- we hebben de toets besproken
- Intermezzo? 



Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

fictie en non-fictie
fictie:
  • verzonnen gebeurtenissen, personages in boeken of films
  • doel: lezer vermaken, ontroeren, aan het denken zetten
non-fictie:
  • teksten die niet zijn verzonnen, zoals teksten uit kranten, tijdschriften
  • doel: lezer informeren of iets leren

Slide 9 - Slide

Literatuur of lectuur?

Slide 10 - Slide

(Huiswerk)opdracht
Lees en vergelijk  4 boekrecensies van mevr. Van der Heijde.  
Schrijf haar een mail. 
- Je ordent daarin de recensies van beste naar minst goede. 
- Je geeft bij elke recensie in een alinea aan waarom hij sterk of minder sterk is. 
Je mag in duo's werken. Lever de mail in in Classroom. 

Slide 11 - Slide

Opdracht
 In groepjes van 3/4 praat je over je boek (periode 2). 
1: Bespreek met elkaar welke kenmerken je aangekruist had (startopdr.) en waarom. Iedereen komt aan het woord.
2: Bevraag elkaar over je leesbeleving van dit boek. Vond je het makkelijk te lezen? Waarom wel/niet? Vond je het spannend? Waarom wel/niet? Betrek voorbeelden/passages uit je boek. 
GEBRUIK LSD > Luisteren, Samenvatten, doorvragen  
timer
10:00

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Wat gaan we verder nog doen?
- toets bespreken
- werkwoordspelling oefenen
- proefrecensie maken

Slide 14 - Slide

(huiswerk)opdracht
Schrijf een recensie over een favoriete film of serie. 
stap 1: bedenk een film of serie waar je over wilt schrijven
stap 2: schrijf in kernwoorden op wat je wilt gaan behandelen in je recensie en zet die in een schrijfplan (zie voorbeeld ter inspiratie in bijlage)
stap 3: ga aan de slag
Bespreek 2 of 3 kenmerken.

Slide 15 - Slide

Denk eraan dat je:
- een goede opbouw hebt, met inleiding, middenstuk, slot en titel.
- in je middenstuk verschillende boekkenmerken beschrijft en beoordeelt
- één citaat opneemt.
Pak je aantekeningen erbij over het schrijven van een recensie.

Slide 16 - Slide

Tot slot
Bekijk de mededeling in Classroom over boek 4. Je gaat in de laatste periode een pitch houden over boek 4.
Je kiest zelf of je hem alleen of met iemand samenhoudt, die hetzelfde boek leest.

Slide 17 - Slide

Een recensie

Doel: de lezer kan zich een oordeel vormen over boek, film, tentoonstelling. 

Vaste onderdelen/ingrediënten: 
- informatie over het werk
- mening recensent over (boekkenmerken van) het werk, onderbouwd met argumenten en voorbeelden.

Een recensie informeert, overtuigt en activeert soms ook.

Slide 18 - Slide

Opbouw van een recensie
- titel
- inleiding met aandachttrekker en introductie
- middenstuk met behandeling verschillende boekkenmerken, met voorbeelden en onderbouwde mening
- conclusie/slot met uitsmijter

Slide 19 - Slide

Verhaallijn / plot
De opeenvolging van gebeurtenissen in een verhaal waarbij elke gebeurtenis een andere veroorzaakt of ertoe leidt.

Slide 20 - Slide

Thema
De centrale boodschap(pen) in een verhaal.

Voorbeelden: angst, wraak, liefde, oorlog, identiteitsontwikkeling, rouw etc.

Slide 21 - Slide

Op wat voor boekkenmerken kun je een boek nog meer beschrijven/beoordelen?

Slide 22 - Slide

Andere boekkenmerken:
tijd
ruimte
vertelperspectief
schrijfstijl
titel 
einde
motto

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Video

Slide 25 - Video

Schrijfstijl

De manier waarop het verhaal wordt verwoord.
Stel jezelf vragen als: 
- Gebruikt de schrijver veel moeilijke woorden en zinnen?
- Wordt er veel beeldspraak gebruikt?
- Wat heeft het gebruik van een bepaalde schrijfstijl voor invloed op mij?



Slide 26 - Slide

(Vertel)perspectief
Door wie wordt het verhaal verteld? 
Door de hoofdpersoon/-personen zelf?
Door een andere verteller? 
Door verschillende vertellers?

Denk na over wat het perspectief voor invloed heeft op jou als lezer.



Slide 27 - Slide

Ruimte
Waar speelt het verhaal zich af? En in wat voor weersomstandigheden? Wat hebben deze gegevens voor invloed op het verhaal?

Slide 28 - Slide

Tijd
Hoe lang neemt het verhaal in beslag qua tijd?
Hoe wordt het verhaal verteld? Chronologisch of door elkaar gehusseld?
Is er sprake van flashbacks/flashforwards?
Denk na over wat de behandeling van tijd voor invloed heeft op jou als lezer.

Slide 29 - Slide

De titel
De titel kan informatie geven over (het thema van een) boek. 
Denk na over of de titel van je boek past bij de inhoud. Of het misschien zelfs iets toevoegt.
Denk bijv aan 'Oog om oog'.

Slide 30 - Slide

Motto
Een zin of korte alinea voor in het boek met een quote/spreuk die een relatie heeft met het (thema van het) verhaal.

Slide 31 - Slide

Het einde
Vaak hebben romans een open einde: je kunt als lezer dan filosoferen over hoe het verhaal verder zal gaan.
Bij een gesloten einde is het verhaal afgerond.

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Video

Slide 34 - Video

Slide 35 - Video

Slide 36 - Video

Slide 37 - Video

Slide 38 - Link