Quiz BECO Personeelsbeleid en Interne Organisatie

Quiz BECO Personeelsbeleid en Interne Organisatie
1 / 31
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

Quiz BECO Personeelsbeleid en Interne Organisatie

Slide 1 - Slide

Personeelsplanning is het bepalen van de personeelsbehoefte naar kwantiteit en kwaliteit, dat wil zeggen het bepalen van het juiste aantal werknemers in de juiste functies.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 2 - Quiz

Een functieprofiel houdt het indelen van functies in een bepaalde rangorde op basis van de relatieve zwaarte van de functie in.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 3 - Quiz

Een voordeel van externe werving is dat het medewerkers motiveert harder te werken.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 4 - Quiz

Een assessment kan onderdeel zijn van een sollicitatieprocedure.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 5 - Quiz

Lucas werkt 20 uur per week. Zijn contract loopt over een maand af. Lucas heeft een contract voor bepaalde tijd.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quiz

Shania werkt alleen als haar baas haar nodig heeft. Shania heeft een oproepcontract.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quiz

Als een zzp’er een tijd geen werk heeft, kan hij in aanmerking komen voor een werkloosheidsuitkering.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quiz

Afspraken in je cao zijn bindend voor de individuele arbeidsovereenkomst.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 9 - Quiz

Over de collectieve arbeidsovereenkomst van een bedrijfstak wordt onderhandeld door de werknemersorganisaties en één werkgever.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quiz

Een tijdelijk contract eindigt van rechtswege. Je kunt het niet tussentijds opzeggen, tenzij je daarover afspraken hebt gemaakt in het contract.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 11 - Quiz

Als de werkgever de werknemer in de proeftijd wil ontslaan, moet er sprake zijn van dringende redenen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 12 - Quiz

Bij ontslag om bedrijfseconomische redenen moet de werkgever de kantonrechter vragen de arbeidsovereenkomst te ontbinden.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 13 - Quiz

Als je zelf ontslag neemt, krijg je geen WW-uitkering.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 14 - Quiz

Guido Bakema heeft een nieuwe baan gevonden waarbij hij maar liefst € 1.000 meer kan verdienen. Zijn toekomstige werkgever wil dat Guido al volgende week komt werken. Zijn huidige werkgever, die in financiële moeilijkheden verkeert, heeft al twee maanden geen loon uitbetaald. Guido heeft een opzegtermijn van twee maanden. Kan Guido Bakema ontslag nemen zonder de opzegtermijn in acht te nemen?
A
Ja, want Guido gaat er financieel heel sterk op vooruit.
B
Ja, want achterstallig loon is een dringende reden voor ontslag.
C
Ja, want het bedrijf verkeert in financiële moeilijkheden.
D
Nee, hij moet eerst zijn opzegtermijn in acht nemen.

Slide 15 - Quiz

Het bestaansrecht van een organisatie blijkt vooral uit het feit dat de organisatie voorziet in maatschappelijke behoeften.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 16 - Quiz

Bij maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) staan people, planet en profit centraal.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 17 - Quiz

De belangrijkste eigenschappen van diensten zijn immaterieel, onscheidbaarheid en onvergankelijkheid.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 18 - Quiz

Een online game is een voorbeeld van een goed.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 19 - Quiz

De eenmanszaak, de bv en nv zijn organisaties met rechtspersoonlijkheid.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 20 - Quiz

Het belangrijkste verschil tussen een lijn- en staforganisatie en een functionele organisatie betreft de functionele bevoegdheden die staffunctionarissen hebben om bindende richtlijnen uit te vaardigen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 21 - Quiz

Bij taakverruiming worden taken van ongeveer gelijk niveau samengevoegd.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 22 - Quiz

Als de organisatie platter wordt gemaakt zal elke leidinggevende een grotere spanwijdte hebben.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 23 - Quiz

De spanwijdte van een leidinggevende is meer afhankelijk van de kennis en vaardigheden van zijn medewerkers, dan van zijn eigen kennis en kunde.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 24 - Quiz

Een functie is uitgebreider dan een taak.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 25 - Quiz

Wat is in de termen van Blake en Mouton de beste leider voor een patrouille-eenheid in het leger?
A
Een democratisch leider.
B
Een autocratisch leider.
C
Een participatieve leider.
D
Een doelmatige leider.

Slide 26 - Quiz

Welke leiderschapsstijl past niet in onderstaand rijtje?
A
Een democratisch leider
B
Een participatieve leider
C
Autoritaire leider
D
Een sportieve leider

Slide 27 - Quiz

Wat maakt geen onderdeel uit van een delegatieproces van een manager?
A
Functies
B
Taken
C
Bevoegdheden
D
Verantwoordelijkheden

Slide 28 - Quiz

Blake en Mouton zijn de bedenkers van de 'Managerial Grid'. Welke van de onderstaande uitspraken is/zijn onjuist?
A
Een deserteur is noch taakgericht, noch mensgericht
B
Een doelmatige leider is wel taakgericht maar niet mensgericht
C
Een autocraat is sterk taakgericht en weinig mensgericht
D
Een teamgericht manager is sterk taakgericht en sterk mensgericht

Slide 29 - Quiz

Welke van de onderstaande stelling(en) is /zijn juist?
A
Een leider die uitgaat van het mensbeeld volgens theorie X zal zijn medewerkers vertrouwen en alle ruimte geven
B
De mate van participatie door medewerkers bepaalt vooral de stijl van leidinggeven
C
Er is sprake van participerend management indien een leider een besluit neemt zonder overleg met zijn ondergeschikten
D
Een leider die uitgaat van het mensbeeld volgens theorie Y ziet de mens als van nature lui

Slide 30 - Quiz

De Y-theorie van McGregor is het best te karakteriseren als een theorie die:
A
Medewerkers in de organisatie ziet als creatieve mensen die werken vanzelfsprekend vinden
B
Ervan uitgaat dat de medewerkers het best te motiveren zijn door beloning
C
Die de behoeften van de medewerkers centraal stelt
D
Ervan uitgaat dat medewerkers voornamelijk te motiveren zijn door het geven van complimenten

Slide 31 - Quiz