1kgt - les 12 Taalverzorging Gezegde - Herhaling Woordenschat H3

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo g
• Leerjaar 1

Welkom

- Telefoon weg
- Jas weg

- Geen eten en drinken
- Leesboek op tafel
- Chromebook/Lesboek + papier + pen

Terugblik

- Kijken en luisteren:
Zoekend kijken en luisteren

- Nieuwsbegrip

- Woordenschat
Een tegenstelling vinden

Doelen

Lezen in een boek (zorg dat je boek uit is op 4 februari)

Taalverzorging
Je kunt het gezegde in de zin vinden.

Woordenschat H3

Je kunt voorbeelden van onbekende woorden vinden. (H)

Lezen

Taalverzorging H4: Het gezegde 

Hoe vind je de PV?

Hoe vind je het onderwerp?

Hoe vind je het gezegde?

Het gezegde

MIX EN RUIL

1. Loop rond met een kaartje in je hand.

2. Zoek iemand op en vraag: Wat is het gezegde in de zin?

3. De ander geeft antwoord. Controleer het antwoord op de achterkant.

4. Wissel van rol.
5. Wissel van kaartje en zoek een nieuwe partner

Online? Klik op de link
en maak de opdracht.

https://www.taal-oefenen.nl/taal-groep-8/zinsontleding/werkwoordelijk-gezegde/klik-de-zinsdelen-aan-waar-het-ww-gezegde-in-zit-1

Het gezegde

Het gezegde (gez.) bestaat uit alle werkwoorden in de zin.

Het gezegde zegt wat er in de zin ‘gebeurt’.

De man eet een bord spaghetti.

De man heeft een bord spaghetti gegeten.

De pingpongtafel staat in de garage.

Wat is de PV?
Wat is het gezegde?

Wat is het onderwerp?

Het gezegde

– De pingpongtafel / staat / in de garage.

persoonsvorm = staat

onderwerp = de pingpongtafel

gezegde = staat

Morgen wil ik met jou gaan skaten.

Wat is de PV?

Wat is het gezegde?

Wat is het onderwerp?

Het gezegde

– Morgen / wil / ik / met jou / gaan skaten.

persoonsvorm = wil

onderwerp = ik

gezegde = wil gaan skaten

Taalverzorging H4 Het gezegde

Het gezegde (gez.) bestaat uit alle werkwoorden in de zin.

Het gezegde zegt wat er in de zin ‘gebeurt’.

Maken: 1, 2, 3, 5, 9B

H3: Woordenschat

Doel: Je leert voorbeelden van onbekende woorden vinden.

H3: Een voorbeeld vinden

• Kijk of er in dezelfde zin voorbeelden genoemd worden. Voorbeelden staan soms tussen haakjes, komma’s of streepjes.
Bijvoorbeeld: Op christelijke feestdagen (Goede Vrijdag, Pasen, Pinksteren, Kerstmis) hoef je niet naar school.

• Let op de woorden zoals, bijvoorbeeld, een voorbeeld van. Na deze woorden worden vaak voorbeelden genoemd.
Bijvoorbeeld: Niemand kan meer zonder sociale media, zoals Snapchat, Instagram en Pinterest.

Na een dubbele punt staan soms ook voorbeelden: Tessa is gek op winterkost: boerenkool, erwtensoep, zuurkool.

Maken: 

1A, 10A, 13B klaar? 11c,12c

Huiswerk

Maken Taalverzorging Het gezegde opdracht 1, 2, 3, 5, 9b
Meenemen: Boek + Koptelefoon