Organisaties (H14 HV)

Hoofdstuk 14 Organisaties
14.1 Organisatietheorieën
14.2 Organisatie structuren
14.3 Besluitvorming
14.4 Communicatie
14.5 Verstoringen Communicatie
1 / 26
next
Slide 1: Slide
BedrijfseconomieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4-6

This lesson contains 26 slides, with text slides and 1 video.

Items in this lesson

Hoofdstuk 14 Organisaties
14.1 Organisatietheorieën
14.2 Organisatie structuren
14.3 Besluitvorming
14.4 Communicatie
14.5 Verstoringen Communicatie

Slide 1 - Slide

14.1 Organisatietheorieën
Leerdoel        :

Je kunt de ontwikkelingen in organisatietheorieën beschrijven.

Volgende slide klikken op de link, daarna: 
Slide 1 t/m 8

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Link

Slide 4 - Video

14.2 Organisatiestructuren
Leerdoelen: 
  • Je kunt een organigram samenstellen
  • Je kunt voor- en nadelen noemen van een lijn- en een lijnstaf organisatie
  • Je kunt een projectorganisatie en de ententestructuur beschrijven
  • Je kunt de theorie van Mintzberg beschrijven (alleen vwo) 
Volgende slide klikken op de link, daarna: 
Organisatie - Slide 9 t/m 13 en slide 15

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Link

14.3 Besluitvorming
Zelfde ppt (Organisatie): slide 16,17 en 19

Slide 7 - Slide

14.4 Communicatie
Leerdoelen        :
  • Je kunt een beschrijving geven van formele en informele communicatie
  • Je kunt verticale, horizontale en diagonale communicatie beschrijven (alleen VWO)

Slide 8 - Slide

Formele communicatie





Alle communicatie binnen een organisatie die 'officieel' is vastgelegd en volgens vaste lijnen en structuren verloopt.

Slide 9 - Slide

Informele communicatie




Alle communicatie die niet door vaste regels en structuren wordt bepaald. Bijvoorbeeld een spontaan gesprek in de pauze.

Slide 10 - Slide

Richting van formele communicatie (vwo)

Horizontale, verticale en diagonale communicatie

Zie volgende slides --->

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

14.5 Verstoringen communicatie
Lesdoelen:      
Je kunt:
  • de begrippen referentiekader, ruis en redundantie beschrijven
  • voorbeelden van interculturele communicatie geven

Slide 18 - Slide

Referentiekader:
Mix van waarden, gevoelens, normen, meningen, ideeën bepalen hoe we naar de wereld kijken

Dit werkt als een zeef of filter.
Iemand die niet van zonnen houdt zal geen belangstelling hebben voor een aanbieding van een strandlaken.

Slide 19 - Slide

Ruis
Verstoring of beinvloeding tijdens het transport van de boodschap

  • Externe ruis: oorzaak ligt in de omgeving
  • Interne ruis: oorzaak ligt bij zender of ontvanger
  • Non-intentionele ruis: ruis die niet opzettelijk als ruis bedoeld is

Slide 20 - Slide

Redundantie
= overtolligheid in de communicatie

dit kan al dan niet bewust toegevoegd zijn 
(bijv. een voorbeeld bij een stukje tekst )

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide