Verben a/ä Wechsel

• Duits
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Schreibe 5 Verben (werkwoorden) op. 

Infinitiv + Form, die du hörst:

wohnen, du wohnst

Planung heute

Verben mit a/ä Wechsel

check in duo's

Stempel

Lernziele

- Je kan informatie uit een tekst op A2 niveau mbt hobby's halen en weergeven

- Je kan een luisterfragment p A2 niveau mbt hobby's halen en weergeven

-Je kan een gesprek over hobby's op A1 niveau voeren.

- Je kan de a/ä wisseling bij sterke werkwoorden toepassen.

Ab jetzt: selbstständig arbeiten

aantekingen in schrift, daarna checken in duo's

Sterke werkwoorden (a/ä)

Bij de du-vorm en de er/sie/es-vorm verandert de -a die in de stam staat in een -ä

Bij sterke werkwoorden met een a-klank verandert

1. a -> ä
2. a -> i
3. er verandert niets

Wat is de goede vervoeging?
Du (fahren) ... nach Berlin.

1. fahrst
2. fährt
3. fährest
4. fährst

Vul de goede vervoeging in.
Er (fallen) ... auf den Boden.

1. fallt
2. fält
3. fällt
4. vällt

Vul de juiste vervoeging in:
Der Jaguar (laufen) ....... sehr schnell.

1. lauft
2. läuft
3. löp
4. läufst

Checken in duo's

Wat zijn de twee belangrijkste dingen waarop je oet letten bij sterke werkwoorden met een a in de stam?

Und jetzt: 

An die Stempel, fertig, los!

Lernziele

- Je kan informatie uit een tekst op A2 niveau mbt hobby's halen en weergeven

- Je kan een luisterfragment p A2 niveau mbt hobby's halen en weergeven

-Je kan een gesprek over hobby's op A1 niveau voeren.

- Je kan de a/ä wisseling bij sterke werkwoorden toepassen.

Was ist Ritter Sport?

1. Automarke
2. Sportmarke
3. Schokolade
4. Supermarkt