Week 12 - les 3 - woordenschat H5

1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Vandaag
Woordenschat H4
  • Schrijven H5

Slide 2 - Slide

Woordenschat H5
Spreekwoord: wijsheid/opvatting die geformuleerd is in een hele zin (in de t.t.). Je kunt het niet aanpassen, of veranderen.
Voorbeeld: Bij de buren is het gras altijd groener.
Uitdrukking: vaste woordgroep met vaste betekenis. Je kunt het wel een beetje aanpassen/veranderen.
Voorbeeld: Isa heeft groene vingers/ groene vingers hebben.

Slide 3 - Slide

Hij valt met zijn neus in de boter. (blz. 150)
A
Spreekwoord
B
Uitdrukking

Slide 4 - Quiz

Wat betekent: hij valt met zijn neus in de boter?

Slide 5 - Open question

Spreken is zilver, zwijgen is goud.
A
Spreekwoord
B
Uitdrukking

Slide 6 - Quiz

Wat betekent: spreken is zilver, zwijgen is goud?

Slide 7 - Open question

Een groene golf?
A
gebied waar nog veel groen is
B
reeks achter elkaar op groen springende verkeerslichten
C
de laatst gevangen, licht gezouten populaire consumptievis

Slide 8 - Quiz

Welke kleur hoort bij deze uitdrukking: iemand .... maken
A
wit
B
grijs
C
zwart
D
rood

Slide 9 - Quiz

Wat betekent iemand zwart maken?

Slide 10 - Open question

Welke kleur hoort bij deze uitdrukking: .... haren van iets krijgen
A
zwarte
B
paarse
C
blauwe
D
grijze

Slide 11 - Quiz

Welke kleur hoort bij deze uitdrukking: ...... staan
A
blauw
B
rood
C
groen
D
paars

Slide 12 - Quiz

Het gehoor is voor veel dieren een belangrijk...
A
degelijk
B
wortels
C
zintuig
D
achterhoofd

Slide 13 - Quiz

Ga aan de slag met
  • Woordenschat H5.
  • Schrijven H4.
  • Fictie. 

Slide 14 - Slide