Woordenschat hoofdstuk 5

1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Wat is het verschil tussen een uitdrukking en een spreekwoord?

Slide 4 - Open question

Slide 5 - Slide

Je kunt me de boom in
A
Uitdrukking
B
Spreekwoord

Slide 6 - Quiz

Hij valt met zijn neus in de boter
A
Uitdrukking
B
Spreekwoord

Slide 7 - Quiz

Spreken is zilver, zwijgen is goud
A
Uitdrukking
B
Spreekwoord

Slide 8 - Quiz

Wat betekent:
De kogel is door de kerk
A
Wie probeert om iemand iets aan te doen wordt zelf het slachtoffer
B
Het is van tevoren afgesproken; het is geen toeval.
C
De beslissing is eindelijk genomen
D
Het werk gebeurt beter als de baas toezicht houdt.

Slide 9 - Quiz

Welk spreekwoord hoort
bij het volgende plaatje
A
De appel valt niet ver van de boom
B
een appeltje voor de dorst
C
Met jou heb ik nog een appeltje te schillen
D
wie appelen vaart die appelen eet

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Slide