What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
U.2 / avoir-être mh 1
voca U.2 / avoir-être
In deze les gaan we voca oefenen uit U.2 en oefenen we met het complete werkwoord avoir-être
1 / 23
next
Slide 1:
Slide
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
This lesson contains
23 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
voca U.2 / avoir-être
In deze les gaan we voca oefenen uit U.2 en oefenen we met het complete werkwoord avoir-être
Slide 1 - Slide
de zus
de broer
de oom
de zoon
de moeder
de vader
le fils
le père
l'oncle
la mère
le frère
la soeur
Slide 2 - Drag question
la famille
A
de ouders
B
veel
C
de familie
D
het jaar
Slide 3 - Quiz
chez moi
A
het kind
B
bij mij (thuis)
C
de tante
D
het jaar
Slide 4 - Quiz
de dochter
A
le fils
B
la fille
C
la soeur
D
la mère
Slide 5 - Quiz
het kind
A
le fils
B
la fille
C
l'oncle
D
l'enfant
Slide 6 - Quiz
Traduis:
j'ai un frère et deux soeurs
Slide 7 - Open question
Traduis:
mes grands-parents sont chez moi
Slide 8 - Open question
Traduis:
mon père est le fils de mon grand-père
Slide 9 - Open question
Traduis:
De ouders hebben een zoon en een dochter
Slide 10 - Open question
Avoir - être
We behandelen vandaag het hele werkwoord avoir + être
Slide 11 - Slide
Persoonlijke voornaamwoorden
hij
wij
zij/ze (man)
zij/ze (vrouw)
zij
men
jullie
ik
u
jij
je
nous
vous
ils
elles
tu
il
elle
on
Slide 12 - Drag question
Etre (zijn)
Je
suis
Tu
es
Il, elle, on, c'
est
nous
sommes
vous
êtes
ils, elles
sont
Avoir (hebben)
J'
ai
Tu
as
Il, elle, on
a
nous
avons
vous
avez
ils, elles
ont
Slide 13 - Slide
Avoir
J'
ai
Tu
as
Il, elle, on
a
nous
avons
vous
avez
ils, elles
ont
hebben
ik heb
jij hebt
hij, zij, men heeft
wij hebben
u heeft, jullie hebben
zij hebben
Slide 14 - Slide
Wat is een goed ezelsbruggetje om deze twee werkwoorden uit elkaar te houden?
Slide 15 - Open question
elles (avoir)
A
avons
B
sont
C
ont
D
avez
Slide 16 - Quiz
nous (avoir)
A
sommes
B
ont
C
avez
D
avons
Slide 17 - Quiz
elle (avoir)
A
as
B
est
C
ont
D
a
Slide 18 - Quiz
Vous (être)
A
êtes
B
avez
C
ont
D
sommes
Slide 19 - Quiz
Tu (être)
A
as
B
est
C
es
D
a
Slide 20 - Quiz
Marie et Pierre (être)
A
est
B
sont
C
ont
D
sommes
Slide 21 - Quiz
A. optreden
B. ontdekt worden
C. zin hebben om te
A. zij heeft
B. zij zijn
C. jij/je hebt
D. wij/we zijn
E. jij / je bent
F. wij hebben
1. nous avons
2. tu es
3. ils sont
4. tu as
5. nous sommes
6. elle a
Slide 22 - Drag question
A. optreden
B. ontdekt worden
C. zin hebben om te
A. u heeft/jullie hebben
B. zij zijn
C. ik ben
D. men is
E. ik heb
F. jullie zijn / u bent
1. vous avez
2. j' ai
3. elles sont
4. je suis
5. on est
6. vous êtes
Slide 23 - Drag question
More lessons like this
U.2 / avoir-être V1
November 2020
- Lesson with
23 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Werkwoorden: etre, avoir, aller en ww op ER herhalen
March 2024
- Lesson with
43 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Les 1 - Avoir & Etre
March 2022
- Lesson with
28 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Herhaling Avoir & Etre
April 2022
- Lesson with
30 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
H1 - Avoir & Etre
10 hours ago
- Lesson with
31 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
H1 - Avoir & Etre
September 2021
- Lesson with
31 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
La semaine 51, la fin
December 2021
- Lesson with
30 slides
Frans
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 1
Les 1 - Avoir & Etre
December 2023
- Lesson with
22 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 1