Schrijf de cijfers 1-22 van links naar rechts naast elkaar.
Daaronder kun je straks voor ieder antwoord
een letter of cijfer invullen.
Dit vormt samen de naam van een molecuul,
teken hiervan de structuurformule en lever dit in!
1 / 27
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3
This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Scheikunde quiz
Schrijf de cijfers 1-22 van links naar rechts naast elkaar.
Daaronder kun je straks voor ieder antwoord
een letter of cijfer invullen.
Dit vormt samen de naam van een molecuul,
teken hiervan de structuurformule en lever dit in!
Slide 1 - Slide
1. Maak de volgende reactie vergelijking kloppend door de coëfficiënt in te vullen (cijfer overnemen)
C6H14O+?O2⟶6CO2+7H2O
A
6
B
9
C
18
D
19
Slide 2 - Quiz
2. Het periodiek systeem is bedacht door: (1e letter)
A
Lavoisier
B
Ben Feringa
C
Van 't Hoff
D
Mendelejev
Slide 3 - Quiz
3. Een mengsel bestaat uit meerdere soorten ... (4e letter)
A
atomen
B
moleculen
Slide 4 - Quiz
4. In de kern zitten van een atoom zitten: (4e letter)
A
protonen en neutronen
B
elektronen en protonen
C
elektronen, protonen
en neutronen
D
protonen
Slide 5 - Quiz
5. De reactie van natrium in water is een ... (5e letter)
A
endotherme reactie
B
exotherme reactie
Slide 6 - Quiz
6. Ontleding van ammonium-dichromaat is (8e letter)
A
Thermolyse
B
Fotolyse
C
Elektrolyse
Slide 7 - Quiz
7. Een mengsel van twee vloeistoffen kun je scheiden door ... (6e letter)
A
Filtratie
B
Bezinken
C
Destillatie
D
Extractie
Slide 8 - Quiz
8. Vul de juiste coefficient in bij H2: ... Fe2O3 + ... H2 → ... Fe + ... H2O (neem het cijfer van je antwoord over)
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 9 - Quiz
9. Een brandstof heeft de molecuulformule C12H24. Dit is een ...(4e letter)
A
Alkaan
B
Alkeen
Slide 10 - Quiz
10. Welke stoffen zullen er ontstaan bij de verbranding van het gas diwaterstofsulfide? (20e letter)
H2S(g)+O2(g)−>...
A
koolstofdioxide
en water
B
water, koolstofdioxide en zwaveldioxide
C
zwaveldioxide
en water
Slide 11 - Quiz
11. Wat is de molecuulformule van methaan? (2e letter/teken)
A
O2
B
H2O
C
CH4
D
CO2
Slide 12 - Quiz
12. Het isomeer van butaan is: (5e letter)
A
methylpropaan
B
2-methylpropaan
C
buteen
D
ethylethaan
Slide 13 - Quiz
13. Groep 18 zijn de: (4e letter)
A
Alkalimetalen
B
Halogenen
C
Metalen
D
Edelgassen
Slide 14 - Quiz
14. Bij een onvolledige verbranding van koolwaterstoffen ontstaan: (5e letter)
A
zuurstof en roet
B
koolstof en koolstofdioxide
C
koolstof, koolstofdioxide
en waterdamp
D
waterdamp, koolstofmonoxide en roet
Slide 15 - Quiz
15. In welke producten komen we nu al insecten tegen? (4e letter)
A
pinda saus
B
melk
C
appels
D
roze koeken
Slide 16 - Quiz
16. Op een fles verfverdunner staat: Licht ontvlambaar. Bijtend voor de huid, ogen en bij inademing. Welke twee pictogrammen horen daarbij? (1e letter van de 2)
D
C
B
A
A
A
B
B
C
C
D
D
Slide 17 - Quiz
17. Dit is een ... (4e letter)
A
Alkaan
B
Alkeen
Slide 18 - Quiz
18. Welk van de volgende reacties is een ontledingsreactie? (2e letter)