3K 1.4 Terugrekenen naar 100%

Terugrekenen naar 100%
Rekenen met procenten
1 / 13
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Terugrekenen naar 100%
Rekenen met procenten

Slide 1 - Slide

In deze les leer je...
  • Terugrekenen naar 100% als je een ander percentage weet.
  • De oude situatie berekenen nadat er een stijging of daling is geweest. 

Slide 2 - Slide

In klas 3E dragen 6 leerlingen een bril. Dat is 25% van alle leerlingen in de klas. Hoeveel leerlingen zitten in 3E?
A
18
B
12
C
30
D
24

Slide 3 - Quiz

Terugrekenen naar 100%
Als je het aantal weet dat bij het percentage hoort, kun je ook het kommagetal (de vermenigvuldigingsfactor) gebruiken om 100% uit te reken. 

In het voorbeeld van net:
Bij 25% hoort kommagetal 0,25
6 leerlingen : 0,25 = 24 leerlingen


Slide 4 - Slide

Terugrekenen naar 100%
Als je een verhoudingstabel wilt gebruiken, reken je eerst terug naar 1% en dan naar 100%.


%
100
1
25
leerlingen
24
x
6

Slide 5 - Slide

De oude situatie berekenen
Soms is er een stijging of daling geweest en moet je uitrekenen hoeveel er vóór de stijging of daling was. Dat is eigenlijk ook terugrekenen naar 100%



Een hoofdtelefoon kost inclusief 21% BTW €84,95.
Bereken de prijs van de hoofdtelefoon exclusief BTW.

Slide 6 - Slide

De oude situatie berekenen
De prijs inclusief BTW = 100% + 21% = 121%
Bij 121% hoort vermenigvuldigingsfactor 1,21 (kommagetal)
€ 84,95 : 1,21 = € 70,206.... dus € 70,21
Een hoofdtelefoon kost inclusief 21% BTW €84,95.
Bereken de prijs van de hoofdtelefoon exclusief BTW.

Slide 7 - Slide

De oude situatie berekenen
De prijs inclusief BTW = 100% + 21% = 121%

Een hoofdtelefoon kost inclusief 21% BTW €84,95.
Bereken de prijs van de hoofdtelefoon exclusief BTW.
%
100
1
121
prijs
€ 70,21
x
€ 84,95

Slide 8 - Slide

Welke vermenigvuldigingsfactor (kommagetal) hoort er bij 36%?
A
36,0
B
3,6
C
0,36
D
0,036

Slide 9 - Quiz

Zelfstandig werken
Maak nu opdrachten 37 t/m 55 van hoofdstuk 1. 
Je bent daarbij 15 minuten stil aan het werk. Als je een vraag hebt, steek je je vinger op. 
timer
15:00

Slide 10 - Slide

Weet je nu hoe je dit werkt?
  • Terugrekenen naar 100% als je een ander percentage weet.
  • De oude situatie berekenen nadat er een stijging of daling is geweest. 

Slide 11 - Slide

De huurprijs van een woning gaat met € 22,85 omhoog. Dat is een stijging van 1,9%. Hoeveel was de huur eerst?
A
€ 4,34
B
€ 1202,63
C
€ 1285
D
€ 1225,48

Slide 12 - Quiz

Huiswerk
Voor de volgende les:
Maken: opdrachten 37 t/m 55 van paragraaf 1.4

Succes en tot dan!

Slide 13 - Slide