Grammatica zinsdelen H3 - les 1

Grammatica
Hoofdstuk 3: werkwoordelijk gezegde
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Grammatica
Hoofdstuk 3: werkwoordelijk gezegde

Slide 1 - Slide

Doel van de les
Je hebt deze les kennisgemaakt met een nieuw zinsdeel: werkwoordelijk gezegde

Slide 2 - Slide

Planning
- Persoonsvorm en onderwerp 
- Opdracht 4 bespreken (blz. 59) 
- Voorkennis ophalen over nieuw zinsdeel
- Uitleg nieuw zinsdeel
- Opdracht maken en bespreken
- Afsluiten

Slide 3 - Slide

Welke uitspraken horen bij de persoonsvorm en welke bij het onderwerp?
Persoonsvorm
Onderwerp
Wie of wat + persoonsvorm
Dit zinsdeel vind je met de vraagproef of tijdproef
Dit zinsdeel vertelt of de zin in het enkelvoud of in het meervoud staat.
Dit zinsdeel vertelt wie iets doet in de zin.

Slide 4 - Drag question

Wat is de persoonsvorm en het onderwerp? 
Sleep naar de goede plek.
persoonsvorm (pv)
onderwerp (ow)

Kun

je

wijnvlekken

met zout

verwijderen?

Slide 5 - Drag question

Huiswerk voor vandaag 
Opzoeken hoe je een persoonsvorm en onderwerp vindt in zinnen die beginnen met een vraagwoord.
proberen opdracht 4 blz. 59 te maken

Wie heeft er een boek gekocht?

Slide 6 - Slide

Opdracht 4 bespreken blz. 59
1 Wie van jullie klas / wil / morgen / als eerste / het werkstuk / presenteren?
ow = Wie van jullie klas


2 Wat / wordt / vandaag / getoetst / door de docent?
ow = Wat


3 Welke leerling / heeft / geoefend / met de digitale lesstof?
ow = Welke leerling


4 Wanneer / zet / de docent / de cijfers van het laatste proefwerk / in het systeem?
ow = de docent

Slide 7 - Slide

Nieuw zinsdeel
Werkwoordelijk gezegde

Jorit heeft gisteren een appeltaart gebakken.

Slide 8 - Slide

Wat weet je over het
werkwoordelijk gezegde?

Slide 9 - Mind map

Opdracht - aantekeningen maken
  • Pak je aantekeningenschrift en schrijf op: grammatica H3 - werkwoordelijk gezegde 

  • Bekijk het filmpje op de volgende dia.

  • Noteer de belangrijke informatie over het werkwoordelijk gezegde uit het filmpje in je schrift.

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Wat is een werkwoordelijk gezegde?

Slide 12 - Open question

Wat is het werkwoordelijk gezegde in de zin?
werkwoordelijk gezegde
Donna
drinkt
een kop thee
in de pauze

Slide 13 - Drag question

Wat is het werkwoordelijk gezegde in de zin?
werkwoordelijk gezegde
Piet
drinkt
een blikje cola
in de pauze

Slide 14 - Drag question

Wat is het werkwoordelijk gezegde in de zin?
werkwoordelijk gezegde
De voorzitter
reikt
na het toernooi
de prijzen
uit

Slide 15 - Drag question

Huiswerk
Opdracht 1 maken op blz. 88
Noteer per zin pv, ow en wg 

Slide 16 - Slide