Opdracht 4 bespreken blz. 59
1 Wie van jullie klas / wil / morgen / als eerste / het werkstuk / presenteren?
ow = Wie van jullie klas
2 Wat / wordt / vandaag / getoetst / door de docent?
ow = Wat
3 Welke leerling / heeft / geoefend / met de digitale lesstof?
ow = Welke leerling
4 Wanneer / zet / de docent / de cijfers van het laatste proefwerk / in het systeem?
ow = de docent