Thema 6: Blessures

1 / 30
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo lwoo, b, kLeerjaar 1

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Hoe heten spieren met een tegenovergestelde werking?
A
Concurrent
B
Antagonist
C
Tegenwerker
D
Gewricht

Slide 3 - Quiz

De kuitspier en de scheenbeenspier
zijn elkaars antagonist
A
Dat klopt
B
Dat klopt niet

Slide 4 - Quiz

Hoe heet het deel van de spier waarmee deze vastzit aan het skelet?
A
Pees
B
Antagonist
C
Bicep
D
Spierbundel

Slide 5 - Quiz


Hoe heet deze spier?
A
Kuitspier
B
Voorste scheenbeenspier
C
Achterste scheenbeenspier
D
Voorste kuitspier

Slide 6 - Quiz

Wat is een hele belangrijke spier in je lijf?
A
Kuitspier
B
Hart
C
Longen
D
Bilspier

Slide 7 - Quiz

Hoe heet de plaats waar een pees vastzit aan het bot?
A
Aanhechtingsplaats
B
Vastplakplaats
C
Spierhechting
D
Peeshechting

Slide 8 - Quiz

                      Lesdoelen

Na deze les:
  1. weet ik hoe blessures ontstaan
  2. weet ik welke soorten blessures er zijn
  3. weet ik hoe ik blessures kan voorkomen

Slide 9 - Slide

Bewegen is belangrijk
  • Je krijgt er een goede conditie van.
  • Je spieren kunnen beter presteren. 
  • Je krijgt minder snel blessures. 

Slide 10 - Slide

Blessures zijn beschadigingen van het lichaam.

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Verschillende blessures 
  • Spierpijn
  • Botbreuk
  • Kneuzing
  • Verzwikking
  • Ontwrichting

Slide 13 - Slide

Spierpijn 
  • Als je heel intensief sport en je bent het (nog) niet gewend. 
  • Spieren zijn nog niet beschadigd.
  • Het doet veel pijn, soms een paar dagen.
  • Het gaat met rust vanzelf over. 

Slide 14 - Slide

Spierscheuring
  • Komt door een snelle, onverwachte beweging.
  • De spier is beschadigd.
  • herstel duurt iets langer. 

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Botbreuk
- Het bot is gebroken.
- Meestal moet je in het gips zodat het bot weer aan elkaar groeit. 
- Herstel duurt ongeveer 6 tot 8 weken. 

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

Kneuzing 
  • Ontstaat door een harde klap.
  • Er ontstaat een blauwe plek (op je lichaam) of een bult (op je hoofd) 
  • Koelen helpt tegen pijn en zwelling. 

Slide 19 - Slide

Verzwikking
  • Bij een verzwikking raken het gewrichtskapsel en kapselbanden beschadigd. 
  • Wordt vaak dik door zwelling 
  • Doet pijn
  • Koelen met koud water of coolpak helpt tegen zwelling en pijn. 

Slide 20 - Slide

Ontwrichting
  • Ontstaat vaak door een val. 
  • De gewrichtskop schiet uit de kom. 
  • Het is pijnlijk.
  • Een huisarts kan het gewricht weer 'terugzetten'. 

Slide 21 - Slide

Tennisarm
  • Een tennisarm is een voorbeeld van een ontsteking van de aanhechtingsplaats van een spier.
  • Rust helpt bij de genezing.

Slide 22 - Slide

Voetbalknie

Oorzaak:

  • Meestal een draaibeweging van het lichaam terwijl het onderbeen blijft staan

Genezing:

  • Meestal een operatie

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Video

Blessures voorkomen
  • Doe een goede warming up zodat je spieren langzaam opwarmen.
  • Ga niet ineens te hard trainen. 
  • Doe een goede cooling-down zodat je spieren langzaam weer afkoelen. 

Slide 25 - Slide

Hoe noemen we een blessure aan het bot?
A
Kneuzing
B
Ontwrichting
C
Bloeduitstorting
D
Blauwe plek

Slide 26 - Quiz

Beschadiging van een weefsel, zonder dat er iets breekt of scheurt.
A
Botbreuk
B
Kneuzing
C
Voetbalknie
D
Spierscheuring

Slide 27 - Quiz

Door een warming-up heb je een kleinere kans op blessures.
A
Ja
B
Nee

Slide 28 - Quiz

Wie heeft sneller een botbreuk?
A
Baby
B
Puber
C
Bejaarde
D
Kleuter

Slide 29 - Quiz

De arm is uit de kom
Inwendige bloeding door een trap
Enkel klapt dubbel
Elleboog is ontstoken door overbelasting
Een arts moet de botten zetten
Kuitspier is beschadigd bij een zweepslag
Botbreuk
Kneuzing
Ontwrichting
Spierscheuring
Tennisarm
Verzwikking

Slide 30 - Drag question