Hoofstuk 2: afronding

• Verkooppraktijk
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 2

Detail Kiem

Wat doe jij in de winkel?

Hoofdstuk 2

2.5 Waar let je op tijdens je werk?

Aan het eind van deze les:

- Kun je alle belangrijke woorden uit de les benoemen en omschrijven. 

Wanneer noem je iemand een klant?

Wie horen er bij het personeel?

Waarvoor komt de klant naar de winkel?
Noem 3 dingen.

Door

verwijzen

Docu

mentatie

Infor

meren

Informatie op papier geven

Het geven van informatie

De klant naar een ander sturen

Waar let je op wanneer je met klanten werkt?

Waarom wilt u liever een ronde dan een vierkante tafel?

1. Open vraag
2. Gesloten vraag
3. Suggestieve vraag

Welke broek vind u mooier, de blauwe of de witte?

1. Open vraag
2. Gesloten vraag
3. Suggestieve vraag

Denkt u niet dat deze machine dé oplossing is voor uw probleem?

1. Open vraag
2. Gesloten vraag
3. Suggestieve vraag

Wilt u melk in de koffie?

1. Open vraag
2. Gesloten vraag
3. Suggestieve vraag

Waar wilt u de televisie neerzetten?

1. Open vraag
2. Gesloten vraag
3. Suggestieve vraag

Deze jas staat u perfect, toch?

1. Open vraag
2. Gesloten vraag
3. Suggestieve vraag

Samen nakijken:

- Nakijken vraag 17 t/m 20