4.3 Biologische en psychologische theorieën

Help! Een theorie
4.3 Biologische en psychologische theorieën
1 / 20
next
Slide 1: Slide
MaatschappijwetenschappenMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Help! Een theorie
4.3 Biologische en psychologische theorieën

Slide 1 - Slide

Crimineel A
Crimineel B

Slide 2 - Slide

Crimineel A
Crimineel B

Slide 3 - Slide

Crimineel A
Crimineel B

Slide 4 - Slide

Crimineel A
Crimineel B

Slide 5 - Slide

(1) Biologische theorieën
Lombroso (1835-1909): 
"Mensen worden crimineel, omdat het in de genen zit."

Net als dat jij blauwe ogen of blond haar hebt, zit dat je een crimineel wordt gewoon in je genen opgesloten.

Slide 6 - Slide

Crimineel herkennen
Criminelen hebben:
  • Kleinere schedel
  • Lager voorhoofd
  • Hogere jukbeenderen
  • Bredere kaken
  • Plattere neus
  • Doorlopende wenkbrauwen. 

De geboren crimineel was dus achtergebleven in zijn evolutionaire en geestelijke ontwikkeling

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Achterhaald
Hoewel de theorie populair is (de schuld wordt namelijk bij de misdadiger en niet bij de samenleving gelegd), is die wetenschappelijk volledig achterhaald geraakt.

Slide 9 - Slide

(2) Socio-biologische theorieën
Men zoekt verklaringen in een combinatie van erfelijke factoren en sociale factoren.

Kritiek door gelijkenis met Nazistische Kriminalbiologie.

In Nederland vooral bekend door Wouter Buikhuisen.

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

(3) Psychologische theorieën
Crimineel gedrag is aangeleerd en heeft te maken met persoonlijkheidskenmerken.

Denk aan:
  1. Moeilijk temperament / hyperactiviteit
  2. Superintelligentie
  3. Leerproblemen
  4. Persoonlijkheidsstoornissen
  5. Psychiatrische stoornissen

Slide 12 - Slide

(4) Sociaal-psychologische theorieën
Verklaringen voor afwijkend gedrag van individuele mensen worden bekeken in relatie tot de cultuur van de groepen in de samenleving.

> Etiketteringstheorie

Slide 13 - Slide

Etiketteringstheorie
Becker - fasen etikettering:
  1. Mensen met afwijkend gedrag krijgen een brandmerk (stigma)
  2. Persoon krijgt de neiging zich te gedragen naar het brandmerk (etiket)
  3. Persoon vervreemd zich van eigen omgeving en stapt over naar een subcultuur met gelijkgestemden
  4. Stereotypen blijken daarom van toepassing = Selffulfilling prophecy
  5. Vicieuze cirkel is rond: hoe hard het misdrijf ook wordt bestreden, des te hardnekkiger het blijft bestaan.

Slide 14 - Slide

Arts Lombroso (19e eeuw) 'ontdekte' dat criminelen er anders uitzien dan niet-criminelen. Ze hebben een achteroverhellend voorhoofd, en een asymmetrische gezichtsuitdrukking. Ook hebben ze een lage gevoelsdrempel voor pijn en zijn ze wispelturig.
A
Nature
B
Nurture

Slide 15 - Quiz

De Lombroso-theorie is achterhaald, maar welk positief effect kun je omschrijven?

Slide 16 - Open question

Criminaliteit neemt af als ADHD'er zijn pillen slikt.
A
Biologische theorie
B
Sociaal-psychologische theorie
C
Psychologische theorie
D
Sociologische theorie

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Video

Welke theorie zou van toepassing zijn op de crimineel Willem Holleeder?

Slide 19 - Open question

Hoe kan het zijn dat de ene persoon wel overgaat tot crimineel gedrag (Willem) en de ander niet (Astrid)?

Slide 20 - Open question