What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Nederlands 3F
Nederlands 3F
1 / 17
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
This lesson contains
17 slides
, with
text slides
.
Lesson duration is:
50 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Nederlands 3F
Slide 1 - Slide
Leestekens
Leestekens verbeteren de leesbaarheid van teksten.
Er zijn veel verschillende leestekens.
Slide 2 - Slide
Wat is een citaat?
Iets wat iemand letterlijk/echt heeft gezegd.
Je gebruikt een citaat in een zin door : " hoofdletter beginnen......." te gebruiken.
Slide 3 - Slide
Persoonvorm
Wat is de persoonsvorm?
Het werkwoord in de zin dat van tijd kan veranderen.
Hoe vind je de persoonsvorm?
- Maak de zin vragend dan komt de persoonsvorm vooraan de staan.
Slide 4 - Slide
Tegenwoordige tijd
Ik loop
Hij loop
t
Wij lopen
Ik antwoord
Hij antwoord
t
Wij antwoorden
Slide 5 - Slide
Verleden tijd
Zwakke werkwoorden
ik-vorm + te(n) of de(n)
Sterke werkwoorden
Veranderen van klank
Slide 6 - Slide
Sterke werkwoorden
veranderen van klank
schrijf ze zo kort mogelijk
voorbeelden: kopen-kocht, lopen-liep, word-werd
Slide 7 - Slide
Wat is een samengestelde zin?
Zinnen met 2 of meerdere persoonsvormen
Bij elke persoonsvorm hoort een onderwerp
Soms verandert de volgorde van de woorden in het tweede deel van de zin
Slide 8 - Slide
Wat is een voegwoord?
Een woord wat je gebruikt om van 2 zinnen 1 zin te maken
Voorbeelden van voegwoorden: zoals, maar, omdat, want
Slide 9 - Slide
schrijfwijze persoonsvorm in zin
1. Kijk of je de tt of vt moet gebruiken
2. kijk of je enkelvoud of meervoud moet gebruiken
3. Vul de juiste vorm van het ww in ( gebruik hiervoor blz 200)
Slide 10 - Slide
Voltooid deelwoord
is een werkwoord
is meestal een ge-be-ver werkwoord
bij een zwak werkwoord eindigend op D of T ( langer maken hoor je of het een D of T is)
sterk werkwoord eindigt meestal op -en
Slide 11 - Slide
Woordsoorten
werkwoord: zegt wat iemand/iets doet
Lidwoord: De, Het, Een
Zelfstandig naamwoord: woord voor mens, dier, ding
Slide 12 - Slide
Woordsoorten
Bijvoeglijk naamwoord: zegt iets over het zelfstandig naamwoord
Voorzetsel: kort woord dat tijd of plaats aangeeft ( in, op, na)
Slide 13 - Slide
Voltooid deelwoord als bijvoegelijk naamwoord
Werkwoorden kun je ook als bijvoeglijk naamwoord gebruiken
Meestal maak je van het bijvoeglijk naamwoord het zelfstandig naamwoord
Schrijf het woord zo kort mogelijk
Slide 14 - Slide
Tussenletter/Samenstelling
Samenstelling: Als je van 2 losse woorden aan elkaar kan plakken en dan een nieuw woord maakt.
Tussenletter: -en of -s-
Slide 15 - Slide
't ex fokschaap
- Haal en van het hele werkwoord af
- Staat de laatste letter in 't ex fokschaap gebruik dan t/te/ten
Slide 16 - Slide
Aan elkaar of los
Als twee of meer woorden samen 1 begrip vormen, schrijf je ze aan elkaar.
Dit kunnen werkwoorden zijn of samenstellingen
Slide 17 - Slide
More lessons like this
Oefentoets taalverzorging mh1
February 2023
- Lesson with
35 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
Toetsweek
June 2024
- Lesson with
41 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
Spelling klas 3
September 2019
- Lesson with
20 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
concept: Oefenen voor de toets Spelling en Grammatica
September 2021
- Lesson with
31 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Brug Spelling 2ha_deel1
August 2022
- Lesson with
17 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
H1_Taalverzorging_werkwoordspelling
September 2023
- Lesson with
16 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 4
Taalverzorging klas 1 (herhalingsles)
June 2022
- Lesson with
46 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
Samenvatting spelling en grammatica 2.1 t/m 2.3, 3.1 t/m 3.3 + 3.5 en 3.6
October 2022
- Lesson with
22 slides