H4 WA Hfst 3.4A

• Wiskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Planning van de les

• Terugblik naar de leerdoelen van de vorige les
  
• Uitleg leerdoelen deze les
• Werken aan je huiswerk en eventuele vragen stellen

Leerdoelen van de vorige les

Paragraaf 3.3: Lineaire formules opstellen.

• Ik kan bij praktijksituaties een lineaire formule opstellen. 
  

De volwassen Nederlander wordt gemiddeld steeds langer. In 1986 had de Nederlandse man een gemiddelde lengte van 177,5 cm. In 2016 was dat 181,1 cm.

Neem aan dat er een lineair verband bestaat tussen de tijd t in jaren en de lengte L in cm. Neem bovendien aan dat dit lineaire verband ook de komende jaren geldt. Neem t=0 in het jaar 1980.

Stel de formule op van de gemiddelde lengte L van de Nederlandse man.

Leerdoelen van deze les

Paragraaf 3.4: Lineaire vergelijkingen met twee varibelen.

• Ik kan een formule in de vorm ax + by = c zo herleiden dat ik een variabele vrij maak. 
  

Gegeven is 10 + 2y = 45.

Bereken y.

Gegeven is 4x + 2y = 45.

herleid de formule zo, dat je y uitdrukt in x (y = ...).

Lineaire vergelijking

Formules in de vorm:                           n*x + m*y = c 

zijn te herleiden naar de vorm:        y = a*x + b

Beide vormen horen dus bij een lineair verband en geven een rechte lijn als grafiek. 

Druk y uit in x bij 15x + 12 y = 2520

Het tekenen van een grafiek bij een formule in met de vorm ax + by = c

Wat moet je altijd maken voor je een grafiek kunt tekenen?

Waarom maken we eerst een tabel?

Het tekenen van een grafiek bij een formule in met de vorm ax + by = c

Maak altijd de onderstaande tabel en vul die in. 

Je weet dan precies waar de assen gesneden worden en dus hoe je de grafiek kunt tekenen.

Gegeven in de lijn l: 2x - 3y = 6.
Teken l in je schrift.

Gegeven in de lijn l: 2x - 3y = 6.
ligt het punt (4, 8) op lijn l?

Huiswerk voor de volgende les:

Zorg dat je de volgende leerdoelen beheerst:

• Ik kan een formule in de vorm ax + by = c zo herleiden dat ik een variabele vrij maak. 

Maak hiervoor minimaal de opgaven 62, 63, 64 en 65 van paragraaf 4 van hoofdstuk 3.