- Vocabulario: H6 6.1 6.2 6.3 NL-ESP (WB blz 103-104)
- Roze werkwoorden blad 25 t/m 50 ESP-NL
- Nabije toekomende tijd (futuro: vervoeging van IR + A + heel WW)
- Presente perfecto, voltooid deelwoord (regelmatige en onregelmatige uitzonderingen)
- Hay, estar, Ser, tener, ir, gustar, kunnen vervoegen,
- Regelmatige werkwoorden vervoegen ( AR-ER-IR)
- Onregelmatige werkwoorden vervoegen (m. klankverandering (e>ie/u>ue/o>ue/e>i
+ onregelmatige yo-vorm: bv: conozco, sé, doy etc, zie groene boekje)
- Wederkerende werkwoorden (die eindigen op -SE: llamarse, levantarse etc.)
- Aanwijzende voornaamwoorden (vb este, esta/ ese esa/ aquel, aquella , eso esto etc)
- Klok: tijd kunnen opschrijven en weten hoe je om de tijd vraagt.
- Voorzetsels (por, para, a, de, con, en)
- Bezittelijke voornaamwoord (mi, tu, su nuestro/-a etc)
- Bijvoeglijk naamwoord (plaats ervan gebruik ( m/v en meervoud)
- Vraagwoorden (cómo, cuándo, qué, por qué etc)