Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over het zelfstandig naamwoord dat er achter staat.De gestolen telefoon
Het verkleurde kussen
Het bijvoeglijk naamwoord is een voltooid deelwoord +e
Als het nodig is voor de klank, komt er een d of t bij: opgetutte
Soms laat je een letter weg, omdat een bijvoeglijk naamwoord zo kort mogelijk geschreven moet worden: verloot - het verlote boek