Van de bergen naar de zee, ontstaan van de Alpen

• Aardrijkskunde
• Speciaal Onderwijs
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Leerroute 4

Van de bergen naar de zee

Het ontstaan van de Alpen

Ontstaan van de Alpen

De buitenste schil van de aarde heet aardkorst.

De aardkorst bestaat uit verschillende platen,

die bewegen. De platen die bij de Alpen botsen 

zijn twee landplaten .

Bij de botsing worden de stenen aan de rand

van de platen omhoog geduwd, over elkaar

geschoven en geplooid. Die plooien worden de bergen. Alpen zijn een plooiingsgebergte.

Door de beweging van de platen worden de bergen steeds hoger. Maar wind, water en ijs slijten ook de bergen af en schuren diepe dalen uit. Dat heet erosie.

Gletsjers en dalen

In de Alpen liggen gletsjers gevormd door sneeuw, die in de zomer niet helemaal wegsmelt; de eeuwige sneeuw. Die laag wordt elk jaar dikker en verandert in ijs. Zo is ook de Gornergletsjer ontstaan. De Gornergletsjer glijdt langzaam naar 

beneden en neemt steen en grond mee. 

Door die stenen in het ijs wordt de gletsjer schuurpapier 

en slijt de bergen af tot een breed dal met steile 

bergwanden. Dat dal heeft de vorm van een U, 

en heet daarom U-dal.

Hoe lager de gletsjer komt, des te warmer wordt waardoor de onderkant van de gletsjer smelt. Hierdoor ontstaat een rivier van smeltwater; een gletsjerrivier. Omdat er boven aan de gletsjer steeds nieuwe ijs en sneeuw bijkomt, blijft de gletsjer stromen.

Rivieren en dalen

Als sneeuw en gletsjer smelten of als het

regent in de bergen, komt het water in beken

en rivieren terecht.

In de bergen stromen beken en rivieren snel en 

zijn wild. Ze nemen grond en stenen mee en schuren

dalen uit in de vorm van een V.

Dit zijn V-dalen.

Toeristen in Zermatt

Zermatt ligt in Zwitserland midden tussen

hoge bergen en gletsjers, vlak bij de

Matterhorn.

In de zomer zijn hier veel toeristen. De zomer

is het hoogseizoen.

Maar ook in de winter komen er veel toeristen,

bijvoorbeeld om te skiën.

Ze hebben hier dus een dubbelseizoen.