Verleden tijd

Hij zwemt in de zee.
A
vroeger
B
nu
1 / 21
next
Slide 1: Quiz
NT2Beroepsopleiding

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Hij zwemt in de zee.
A
vroeger
B
nu

Slide 1 - Quiz

Ik ging met mijn vrienden naar het park.
A
vroeger
B
nu

Slide 2 - Quiz

Ze heeft nieuwe kleren gekocht.
A
vroeger
B
nu

Slide 3 - Quiz

We hebben de wedstrijd helaas verloren.
A
vroeger
B
nu

Slide 4 - Quiz

U rijdt veel te hard.
A
vroeger
B
nu

Slide 5 - Quiz

Hij gaf de kinderen een cadeautje.
A
vroeger
B
nu

Slide 6 - Quiz

Het weekend was erg leuk.
A
vroeger
B
nu

Slide 7 - Quiz

Ik kan goed Nederlands spreken.
A
vroeger
B
nu

Slide 8 - Quiz

Ik zocht mijn sleutels overal.
A
vroeger
B
nu

Slide 9 - Quiz

Ik heb een nieuwe baan.
A
vroeger
B
nu

Slide 10 - Quiz

Ik zag toevallig mijn vriend in de winkel.
A
vroeger
B
nu

Slide 11 - Quiz

Wat zei de docent?
A
vroeger
B
nu

Slide 12 - Quiz

Wat is het hele werkwoord?
Bijvoorbeeld:
Ik ging vroeger vaak naar mijn vrienden.

Hele werkwoord: gaan

Slide 13 - Slide

Hij keek naar de auto.

Slide 14 - Open question

Wij liepen naar school.

Slide 15 - Open question

Het team verloor de wedstrijd.

Slide 16 - Open question

Ik had gisteren geen tijd.

Slide 17 - Open question

We aten een ijsje.

Slide 18 - Open question

Ik zocht mijn sleutels.

Slide 19 - Open question

We reden naar het buitenland.

Slide 20 - Open question

We spraken samen Nederlands.

Slide 21 - Open question