What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
16th lesson - 22/10/2019
Tuesday 22 October
- Important dates
- Learning goals
- Check homework
- Grammar 4
- Let's practise
1 / 20
next
Slide 1:
Slide
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
This lesson contains
20 slides
, with
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Tuesday 22 October
- Important dates
- Learning goals
- Check homework
- Grammar 4
- Let's practise
Slide 1 - Slide
Planning
Tuesday 29 October: Book test
Thursday 14 November: PW H1 + 2
Week 50: Listening test
Week 51: Reading test
Slide 2 - Slide
Learning goal
At the end of this lesson you know and are able to explain the difference between an adjective and an adverb.
Slide 3 - Slide
Check homework
- Study words A/B/C/D (p. 31 + 32 TB)
- Do ex. 5, 6 & 7 (p. 30 WB)
Slide 4 - Slide
Grammar 4 (p. 25 TB)
Slide 5 - Slide
Adjective (=bijvoeglijk naamwoord)
Een
bijvoeglijk naamwoord
zeg iets over een
zelfstandig naamwoord
:
That is a
beautiful
car
.
The
quick
brown
fox
jumps over the
lazy
dog
.
Slide 6 - Slide
Adjective (=bijvoeglijk naamwoord)
Je gebruikt ook een bijvoeglijk naamwoord na de werkwoorden
to be, to seem, to feel, to look, to smell, to sound
en
to taste.
This box
feels
heavy
.
She
looks
beautiful
.
Slide 7 - Slide
Adverb (= bijwoord)
Een
bijwoord
zegt iets over een
werkwoord
(hoe?), een
bijvoeglijk naamwoord
of een ander
bijwoord
.
Carmen
sings
beautifully
.
They have an
extremely
beautiful
house
.
The fox
jumped
very
quickly
.
Slide 8 - Slide
Hoe vorm je een bijwoord?
De meeste bijwoorden worden gevormd door –ly toe te voegen achter het bijvoeglijke naamwoord:
beautiful – beautifully
quick - quickly
Slide 9 - Slide
Hoe vorm je een bijwoord?
Bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op:
-le wordt: -ly
terrible - terribly
medeklinker + -y wordt: -ily
easy - easily
-ic wordt: -ally
fantastic – fantastically
Slide 10 - Slide
Uitzonderingen
Sommige bijwoorden hebben een onregelmatige vorm of hebben dezelfde vorm als het bijvoeglijk naamwoord:
good - well
fast - fast
long - long
hard - hard
Slide 11 - Slide
Adjective or Adverb?
Slide 12 - Slide
She is a
good
dancer.
Slide 13 - Slide
It is raining
heavily
.
Slide 14 - Slide
Please be
quiet
. I'm trying to read.
Slide 15 - Slide
This soup tastes
good
.
Slide 16 - Slide
Meghan was smiling
happily
.
Slide 17 - Slide
Let's practise
- Take notes (OneNote)
- Do ex. 14 + 15 (p. 34 + 35 WB)
Are you done?
- Slim stampen grammar 4
- Read your English book
Slide 18 - Slide
Learning goal
At the end of this lesson you know and are able to explain the difference between an adjective and an adverb.
Slide 19 - Slide
Homework
- Study grammar 4
- Finish ex. 14 + 15
- Prepare a short book summary
Slide 20 - Slide
More lessons like this
H2 - 9th lesson
October 2021
- Lesson with
25 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
14th lesson - 09/10/2019
October 2019
- Lesson with
30 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
16th lesson A2f - 25/10/2019
October 2019
- Lesson with
22 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Adjectives & adverbs LJ2
December 2021
- Lesson with
18 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
English grammar telling the time, adjectives and adverbs
March 2024
- Lesson with
22 slides
Engels
MBO
Studiejaar 1
2VE Adjectives + Adverbs
June 2022
- Lesson with
19 slides
Engels
Middelbare school
vmbo t, havo, vwo
Leerjaar 2
Grammar: adjectives and adverbs
November 2020
- Lesson with
25 slides
Engels
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 2
Adverbs & Adjectives
January 2022
- Lesson with
22 slides
Engels
Middelbare school
vmbo g, t
Leerjaar 2