4K werkwoordspelling tt, vt en vdw

PAR. 3.8 Spelling
Werkwoordspelling

Persoonsvorm tegenwoordige tijd
Persoonsvorm verleden tijd
Voltooid deelwoord
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

PAR. 3.8 Spelling
Werkwoordspelling

Persoonsvorm tegenwoordige tijd
Persoonsvorm verleden tijd
Voltooid deelwoord

Slide 1 - Slide

Stap 1
Is het een persoonsvorm?

Ik heb een taart gekocht voor zijn verjaardag.                           ja/nee
Gisteren waren wij naar de nieuwe film geweest.                    ja/nee
Theo mixte de ingrediënten voor de salade.                              ja/nee
Truus gaat een sjaal breien voor haar vriendin                         ja/nee

Slide 2 - Slide

Stap 2
JA?
In welke tijd staat de zin?

Hoe kan je zien in welke tijd een zin staat?

Slide 3 - Slide

PV tegenwoordige tijd
T.T = Je kan het werkwoord vervoegen en kijkt dus naar het onderwerp van de zin. Tip! gebruik het werkwoord lopen.

Ik loop                    = ik-vorm                         
hij/zij/het loopt  = ik-vorm + t
wij/jullie lopen    = hele werkwoord 
als jij/je onderwerp is en erachter staat = geen  -t.

Slide 4 - Slide

Oh jee, straks vertil.... hij zich nog aan die dozen.

Slide 5 - Open question

Ook al rij.... Anke op een ander paard, ze wint vast.

Slide 6 - Open question

De mannen bij de brandweer blus.... de brand snel.

Slide 7 - Open question

Waarom verbree..... je het pad niet, dan kan de caravan er ook overheen.

Slide 8 - Open question

PV Verleden tijd
Gebruik  'T K O F S CH I P X 
1. Pak het hele werkwoord - en = stam
2. kijk naar de laatste letter van de stam.
3. staat de letter in 't kofschipx?
ja = ik-vorm + te (n)
nee = ik-vorm + de (n)
-n komt erbij als de zin meervoud is. 

Slide 9 - Slide

Terwijl Cas zat te schaken, scrabbel... Maud met opa.

Slide 10 - Open question

Pim red..... het vorig jaar net niet om over te gaan.

Slide 11 - Open question

De orkanen van vorig jaar rich.... veel schaden aan in Florida.

Slide 12 - Open question

De docenten fax..... vroeger de documenten naar zijn collega's.

Slide 13 - Open question

Stap 3
Het is geen persoonsvorm, dus is het een heel werkwoord of een voltooid deelwoord.
Heel werkwoord = we schrijven als uitgang - en.
Voltooid deelwoord = we hebben dus een pv van: hebben, zijn of worden. Bij een vdw kijken we naar de verleden tijd van het dat werkwoord. De uitgang is hetzelfde.

Slide 14 - Slide

De grasmat in de Arena wordt nu voor de zoveelste keer verbeter.....

Slide 15 - Open question

Als we morgen weg willen, moeten er nu knopen worden doorgehak.....

Slide 16 - Open question

Stan had de gasten zo gemix.... aan tafel, dat het voor iedereen leuk was.

Slide 17 - Open question

Door hoge druk werd er regelmatig met medicijnen geknoei....

Slide 18 - Open question

Aan de slag...
Ga naar Talent Online, Module Grammatica en Spelling
Par. 6.3 spelling, Opdracht 4, 5 en 6
Werk stil en zelfstandig!

Klaar met je opdrachten? Verder met:
Spelling - extra oefeningen
E2 opdrachten 1 t/m 21

Slide 19 - Slide