De Vikingen: Hun invloed op West-Europa

De Vikingen: Hun invloed op West-Europa
1 / 20
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

De Vikingen: Hun invloed op West-Europa

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
Aan het einde van deze les zul je weten wie de Vikingen waren en begrijpen welke invloed ze hadden op het leven en de cultuur in West-Europa.

Slide 2 - Slide

Leg aan de studenten uit wat ze zullen leren in deze les.
Wat weet je al over de Vikingen?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Introductie
De Vikingen waren een groep mensen die leefden in Scandinavië. Ze stonden bekend om hun zeemanschap, hun handel en hun plunderingen.

Slide 4 - Slide

Geef een overzicht van wie de Vikingen waren en wat ze deden.
Waar kwamen de Vikingen vandaan?
De Vikingen kwamen oorspronkelijk uit Scandinavië, dat bestaat uit de moderne landen Denemarken, Noorwegen en Zweden.

Slide 5 - Slide

Laat de studenten zien waar de Vikingen vandaan kwamen en leg uit waar Scandinavië ligt.
Wanneer leefden de Vikingen?
De Vikingen leefden tussen de 8e en 11e eeuw.

Slide 6 - Slide

Leg uit in welke periode de Vikingen leefden.
Leven als Vikingen
De Vikingen waren boeren en vissers, maar ook handelaren en plunderaars.

Slide 7 - Slide

Laat de studenten zien wat de dagelijkse activiteiten van de Vikingen waren.
Viking Schepen
De Vikingen waren bekend om hun schepen die ze gebruikten om te handelen en te plunderen.

Slide 8 - Slide

Laat de studenten zien hoe de schepen van de Vikingen eruit zagen en waarvoor ze werden gebruikt.
De Vikingen als plunderaars
De Vikingen waren berucht om hun plunderingen van kloosters en steden langs de kusten van Europa.

Slide 9 - Slide

Leg uit waarom de Vikingen bekend stonden als plunderaars en laat voorbeelden zien van hun plundertochten.
De Vikingen als handelaren
De Vikingen handelden ook in goederen zoals huiden, ivoor en slaven.

Slide 10 - Slide

Laat zien wat de Vikingen verhandelden en waar ze naar toe handelden.
De Vikingen en hun godsdienst
De Vikingen hadden hun eigen godsdienst, die onder andere Odin, Thor en Freya omvatte.

Slide 11 - Slide

Leg uit wat de Vikingen geloofden en toon enkele van hun goden en godinnen.
De Vikingen en hun taal
De Vikingen spraken Oudnoords, een taal die tegenwoordig nog steeds wordt gesproken in IJsland.

Slide 12 - Slide

Laat de studenten zien wat Oudnoords is en welke invloed het heeft gehad op de moderne talen.
Vikingen in West-Europa
De Vikingen hadden een grote invloed op West-Europa, vooral in landen zoals Engeland en Frankrijk waar ze kolonies begonnen en steden stichtten.

Slide 13 - Slide

Leg uit wat de Vikingen in West-Europa hebben gedaan en hoe hun aanwezigheid de cultuur van die regio's heeft gevormd.
De Vikingen en de nieuwe wereld
De Vikingen waren ook de eerste Europeanen die Noord-Amerika ontdekten, ongeveer 500 jaar voordat Columbus arriveerde.

Slide 14 - Slide

Laat de studenten zien waar de Vikingen in Noord-Amerika zijn geweest en leg uit waarom dit belangrijk is.
Het einde van de Viking-tijd
De Vikingen stopten hun plundertochten en kolonisatie in West-Europa in de 11e eeuw, waarschijnlijk als gevolg van de bekering tot het christendom en de toename van de macht van de Europese koninkrijken.

Slide 15 - Slide

Leg uit waarom de Viking-tijd eindigde en wat de gevolgen daarvan waren.
Belang van de Vikingen
De Vikingen hebben een grote invloed gehad op de geschiedenis van Europa en de rest van de wereld.

Slide 16 - Slide

Laat de studenten zien waarom het belangrijk is om over de Vikingen te leren en wat hun nalatenschap is.
Quiz
Laten we testen wat je hebt geleerd met deze quiz!

Slide 17 - Slide

Geef de studenten de quiz en bespreek de antwoorden als de quiz is voltooid.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 18 - Open question

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 19 - Open question

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 20 - Open question

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.