Les 1 genetica

Biologie
Genetica 
1 / 22
next
Slide 1: Slide
BiologieMBOStudiejaar 3

This lesson contains 22 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Biologie
Genetica 

Slide 1 - Slide

Welkom!
  • Doorstroomlessen, lessen ter voorbereiding op niveau 4
  • Verschillende opleidingen: veehouderij, loonwerk, plantenteelt, dierverzorging en paardenhouderij

Slide 2 - Slide

Even voorstellen
  • Sharon van der Steeg
  • Docent biologie 

Slide 3 - Slide

Planning van vandaag
  • Start biologie: thema genetica
  • Werkblad 1
  • Nakijken en afronden 

Slide 4 - Slide

Biologie dit jaar
  • 1 uur per week, voor 3 perioden 
  • 2 toetsen 
  • Literatuuronderzoek  
  • Reader

Slide 5 - Slide

Even voorstellen

  • Voorstelrondje (Naam + opleiding + toekomstplannen na je opleiding)

Slide 6 - Slide

Wat gaan we doen deze periode?
  • 9 weken les
  • 1 lesuur per week 
  • Eind van deze periode een cijfer doormiddel van een toets 

Slide 7 - Slide

Doel van deze les;
Aan het eind van deze les kun je:
- Uitleggen wat genen en chromosomen zijn 
- Weet je de betekenis tussen haploïd en diploïd
- Weet je het verschil tussen het genotype en het fenotype

Slide 8 - Slide

Wat is genetica?

Slide 9 - Slide

Genetica 
Genetica heeft alles te maken met de erfelijke kenmerken van een organisme. 


Slide 10 - Slide

Genetica
  • Al onze informatie ligt opgeslagen in genen
  • Deze genen vormen DNA
  • DNA vormen chromosomen 
  • Genetische materiaal ligt in de celkern 

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Genotype of fenotype?
Wat is het genotype?

Wat is het fenotype?

Kan het genotype en/of fenotype ook veranderen?

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Invul opdracht:
Vul voor jezelf in:

  • Een bont gevlekt veulen
  • Cavia met litteken 
  • Kalf met klompvoet 
  • een koe verwerpt zijn kalf door een Neospora besmetting


Slide 15 - Slide

Lichaamscellen en geslachtcellen 
  • Alle cellen bevatten DNA
  • Wat zijn lichaamscellen? 
  • Wat zijn geslachtscellen?
  • DNA is in alle cellen hetzelfde! 

Slide 16 - Slide

Lichaamscellen 
  • Alle cellen in je lichaam (behalve geslachtscellen)
  • Alle genen in het DNA is hetzelfde 
  • Alle lichaamscellen hebben 2 exemplaren van elk chromosoom = diploïd  

Slide 17 - Slide

Lichaamscellen
  • De mens heeft in totaal 23 paar chromosomen per lichaamscel
  • Hoeveel chromosomen heeft de mens dan totaal in lichaamscellen?
  • Dit is in elke lichaamscel (behalve in geslachtscellen)


Slide 18 - Slide

Lichaamscellen
Hoeveel chromosomen heeft een geit?

Slide 19 - Slide

Geslachtscellen 
  • Eicel en zaadcel
  • Hebben maar één exemplaar van elk chromosoom
  • Eicellen en zaadcellen zijn dus haploïd
  • Tijdens de bevruchting krijgt de nakomeling de helft van de genen van zijn vader (zaadcel) en de helft van zijn moeder (eicel)

Slide 20 - Slide

Chromosomen
  • Mensen hebben 22 paar niet-geslachtschromosomen (44)
  • 2 geslachtschromosomen
  • In totaal: 46 chromosomen (23 paren)
  • Man = X en Y chormosoom
  • Vrouw = X en X chromosoom

Slide 21 - Slide

Aan de slag!
Werkblad: genetica 

Slide 22 - Slide