This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Maak kennis met Beta Verval Vergelijking
Slide 1 - Slide
This item has no instructions
Leerdoelen
Aan het einde van deze les kun je beta verval vergelijkingen opstellen en het belang ervan uitleggen.
Slide 2 - Slide
Leg de leerdoelen duidelijk uit, zodat studenten weten wat ze kunnen verwachten.
Wat weet je al over het opstellen van een beta verval vergelijking?
Slide 3 - Mind map
This item has no instructions
Wat is een beta-verval?
Een beta-verval is het verval van een neutron in een atoomkern in een proton, een elektron en een neutrino.
Slide 4 - Slide
Vraag studenten om de definitie van een beta-verval te geven en leg uit wat het is.
Hoe stel je een beta verval vergelijking op?
Een beta verval vergelijking wordt opgesteld door de atoommassa en de ladingen van de atoomkernen voor en na het verval te vergelijken.
Slide 5 - Slide
Laat studenten zien hoe ze een beta verval vergelijking kunnen opstellen en geef voorbeelden.
Types beta-verval
Er zijn 2 soorten beta-verval: beta-minus en beta-plus.
Slide 6 - Slide
Leg het verschil tussen beta-minus en beta-plus uit en geef voorbeelden.
Beta-minus verval
Bij beta-minus verval verandert een neutron in de atoomkern in een proton, een elektron en een antineutrino.
Slide 7 - Slide
Laat studenten zien hoe ze een beta-minus verval vergelijking kunnen opstellen en geef voorbeelden.
Beta-plus verval
Bij beta-plus verval verandert een proton in de atoomkern in een neutron, een positron en een neutrino.
Slide 8 - Slide
Laat studenten zien hoe ze een beta-plus verval vergelijking kunnen opstellen en geef voorbeelden.
Waarom is beta-verval belangrijk?
Beta-verval is belangrijk omdat het ons helpt de eigenschappen van atomen en deeltjes te begrijpen en te voorspellen.
Slide 9 - Slide
Leg uit waarom beta-verval belangrijk is en geef voorbeelden van toepassingen in de wetenschap.
Oefenen
Laat de studenten oefenen met het opstellen van beta verval vergelijkingen met behulp van voorbeelden.
Slide 10 - Slide
Geef studenten de tijd om te oefenen en beantwoord eventuele vragen die ze hebben.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.
Slide 11 - Open question
De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.
Slide 12 - Open question
De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.
Slide 13 - Open question
De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.